Wat betekent tot in de pruimentijd en waar komt deze uitdrukking vandaan?
Tot in de pruimentijd! is een afscheidsgroet waarmee wordt bedoeld: ‘tot over een poosje!’ Je kunt het ook zeggen als je niet weet wanneer je de ander weer zult zien; dan betekent het ‘tot ooit!’
Met pruimentijd wordt eigenlijk de tijd bedoeld waarin de pruimen rijp zijn, grofweg van juli tot oktober dus. Waarom er in tot in de pruimentijd is gekozen voor pruimentijd en niet voor bijvoorbeeld kersentijd, is niet duidelijk.
In de pruimentijd is een oude uitdrukking: P.C. Hooft en zijn vrienden gebruikten haar al in hun briefwisseling (in de zeventiende eeuw). De vrienden zouden bij het afscheid van een logeerpartij in de zomer ‘Tot in de pruimentijd!’ gezegd hebben, waarmee ze ‘Tot de volgende zomer!’ bedoelden. Volgens sommigen is de groet dankzij Hooft en zijn vrienden spreekwoordelijk geworden, maar dat is niet zeker.
Passagieren?
In het Bargoens Woordenboek staat een heel andere verklaring. ‘Tot in de pruimentijd!’ zou oorspronkelijk de afscheidsgroet zijn geweest van mariniers. Ze riepen deze groet naar de mensen die achterbleven op de kade. Ze bedoelden ermee: ‘tot de volgende gelegenheid dat we samen kunnen passagieren’, oftewel: ‘tot de volgende keer dat we samen aan de boemel kunnen gaan’. Dan zou ‘Tot in de pruimentijd!’ vooral een schuine grap zijn, namelijk een verwijzing naar pruim in de betekenis ‘vrouwelijk geslachtsdeel’. Ook deze herkomst is allerminst zeker.
Iets in de pruimentijd doen
In de pruimentijd komt ook voor in de uitdrukking iets in de pruimentijd doen, waarmee bedoeld wordt ‘iets nooit doen’, net als iets met sint-juttemis doen. Het is dus ook mogelijk dat de betekenis van ‘Tot in de pruimentijd!’ is veranderd van ‘tot nooit’ in ‘tot ooit (misschien)’.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!