Wat betekent iemand lik op stuk geven en waar komt deze uitdrukking vandaan?
Iemand lik op stuk geven betekent ‘onmiddellijk en doeltreffend reageren op een (vervelende) opmerking van iemand anders’, ‘iemand meteen van repliek dienen’.
De herkomst van deze uitdrukking is niet helemaal zeker. Lik op stuk komt voor het eerst voor in een krant uit 1887, maar lijkt pas in de jaren vijftig van de twintigste eeuw algemener te worden. Het is vermoedelijk een verkorting van een lik uit de pan krijgen. Dat is weer een variant van een veeg uit de pan krijgen (‘een onvriendelijke opmerking te horen krijgen’, ‘terechtgewezen worden’).
Stuk in lik op stuk heeft mogelijk de oudere betekenis ‘zaak, punt’, zoals in op je stuk blijven staan en een mening hebben op het stuk van de binnenlandse politiek. Lik op stuk betekende dus waarschijnlijk letterlijk ‘een onmiddellijke, rake reactie op een bepaalde uiting’.
Wat vóór deze verklaring pleit, is dat lik in de betekenis ‘onmiddellijke (re)actie’ in het Woordenboek der Nederlandsche Taal ook voorkomt in de verbindingen met lik en op een lik (‘in een ommezien, onmiddellijk’).
Soms wordt geopperd dat lik in lik op stuk verwant is met lik in de betekenis ‘gevangenis’. Stuk zou dan ‘boevenstuk’, oftewel ‘misdaad’, betekenen. Het is een mooie verklaring, maar waarschijnlijk klopt ze niet. Lik in de betekenis ‘gevangenis’ gaat via het Rotwelsche Leck overigens terug op het Duitse Loch (‘gat, krocht’).
In 1956 stond in ons tijdschrift Onze Taal een mogelijke verklaring die te maken had met het schoenmakersvak. Als deze verklaring klopt, is het wel erg vreemd dat lik op stuk pas in 1887 voor het eerst op schrift is gebruikt.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!