Wat betekent de kogel is door de kerk en waar komt deze uitdrukking vandaan?
De kogel is door de kerk betekent dat ergens (meestal na lang overleg) een beslissing over is genomen. De knoop is dus (eindelijk) doorgehakt.
Sommige spreekwoordenboeken vermelden dat deze uitdrukking voortkwam uit de ongeschreven regel om bij gevechten uit respect kerkgebouwen te ontzien. Als een vijand deze regel overtrad en ook om en in de kerk ging vechten (en daar dus zijn kogels ook afvuurde), werd dat als zeer onbeschoft gezien. De kanonskogel die de Spanjaarden in 1573 tijdens het beleg van Haarlem dwars door de Sint-Bavokerk schoten, is daar nog steeds te bekijken.
De eerste vermelding van de kogel is door de kerk is te vinden in het spreekwoordenboek van Carolus Tuinman (De oorsprong en uitlegging van dagelijks gebruikte Nederduitsche spreekwoorden uit 1726-1727). De uitdrukking was dus al aan het begin van de achttiende eeuw bekend. Tuinman beschrijft de verklaring hierboven: als de ook kerken beschoten en verwoest worden “’t is een blyk, dat men door geen ontzag wordt afgeschrikt, en nu alles durft ondernemen”. Volgens Tuinman betekent de uitdrukking dus eigenlijk ‘nu blijkt dat niets en niemand meer wordt ontzien’, ‘nu is alle fatsoen verdwenen’. Hieruit is de betekenis ‘de beslissing is gevallen, we hebben de knoop doorgehakt’ voortgekomen.
Volgens F.A. Stoett, schrijver van hét standaardwerk over Nederlandse spreekwoorden, is deze verklaring van Tuinman zonder nader bewijs echter niet aan te nemen. Volgens hem staan de woorden kogel en kerk alleen in deze uitdrukking voor de alliteratie (op grond van de beginletter k). De verklaring die hierboven staat, is dus wel mooi, maar misschien niet (helemaal) waar. Het is onbekend waar deze uitdrukking vandaan komt.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!