Page 21 - OnzeTaal_sept2020_HR
P. 21

DE THUISONTLEDER                                      WITTEMAN


       De oude schoolgrammatica afgestoft voor thuisgebruik.



       De woordsoort

       ‘bij-het-werkwoord’



           n tegenstelling tot de vorige keer zullen we deze af-
           levering geen gebruik maken van de mobiele tele-    Lees niet!
       I foon, dus u kunt hem gerust even aan de oplader leg-
       gen. Intussen pak ik alvast het huiswerk van de vorige
       keer erbij. Ik vroeg u om te kijken naar de woordsoort van
       het laatste woord in ‘Het kind is lief’, ‘Het kind praat lief’   e laatste tijd beginnen artikelen nogal vaak
       en ‘Het kind praat bijna.’ Welke twee zinnetjes lijken het     met de zinsnede “We moeten het hebben
       meest op elkaar? U voelt natuurlijk wel aan dat er een ad-  D over ...” Ik erger me daar enorm aan. Ik
       dertje onder het gras moet zitten, want in de eerste twee   moet al zo veel, denk ik dan. Rioolbelasting betalen,
       zinnetjes is het laatste woord lief, en het zal dus wel niet   planten water geven en stilstaan bij rood licht. Maar
       zo gemakkelijk zijn dat die het meest op elkaar lijken.  ik hoef geen stukken te lezen waarin staat dat ik iets
          Toch zou u dat punt best kunnen maken. Dat woord     moet.
       lief kun je in beide zinnen in een vergrotende of overtref-     Zonder aansporing lees ik trouwens al een hele-
       fende trap zetten (liever, het liefst). Je kunt het bovendien   boel. Ik ben verslaafd aan lezen sinds mijn moeder
       voorzien van een graadbepaling (zo, te, erg), en eventueel   het mij geleerd heeft. Ik was vier en vroeg op straat
       van het voorvoegsel on-. Dus is het niet gewoon in beide   nieuwsgierig bij elke reclameposter, straatnaam en
       gevallen een bijvoeglijk naamwoord? Dit zijn typische   etalage: ‘Wat staat daar? Wat staat daar?’ Mijn moe-
       kenmerken van bijvoeglijke naamwoorden. Toch gaat het   der werd het, begrijpelijkerwijs, na een tijdje zat. Ze
       hier vooral om eigenschappen van het losse woord, van   nam een kladblok, een pen en een rol plakband. Ze
       de woordbetekenis en woordvorming. Als je naar de rest   plakte een briefje met het woord ‘KAST’ op de kast,
       van de zin kijkt, wordt het een ander verhaal: dan ver-  ‘DEUR’ op de deur, ‘TAFEL’ op de tafel, et cetera.
       schillen die zinnen met lief van elkaar.                   Na een paar dagen kon ik lezen. Het werd – en
          In de eerste zin is lief een gezegde bij het kind. Het kínd   bleef – een bron van vreugde voor me. Ik lees alles
       is lief. In de tweede zin (‘Het kind praat lief’) hoort lief   wat ik tegenkom: obscure werkjes uit de jaren dertig
       niet noodzakelijk bij het kind. Het kind hoeft niet per se   over de gevaren van masturbatie, vergeten Vlaamse
       lief te zijn, alleen het praten is lief. En hoe zit het met   streekromans, kookboeken in talen die ik amper be-
       bijna in de derde zin (‘Het kind praat bijna’)? Dat hoort   heers, stukken op Blendle over nooit opgehelderde
       zeker niet bij het kind (het kind is niet bijna), maar ook   moordzaken, lemmata op Wikipedia over Hepie en
       meer bij het praten (het gaat over bijna-praten).       Hepie (ze zijn nichtjes van elkaar en heten echt alle-
          Dit is de reden dat de laatste twee zinnen volgens de   bei Hepie!).
       schoolgrammatica eindigen op een bijwoord. De Latijnse      Ik lees niet omdat ik denk dat ik daar een beter
       term hiervoor is adverbium. Dat betekent letterlijk ‘bij het   mens van word of zo, ik lees uitsluitend voor mijn
       werkwoord’, wat in dit geval veel duidelijker is.       plezier. Ik was dan ook stomverbaasd door de boeken-
          Wat is het belangrijkste inzicht van deze les? Woord-   app op mijn iPad. Na een update begon die opeens
       soortbenoeming volgt allereerst de functie van het woord   raar te doen. “Je hebt je leesdoel voor vandaag ge-
       in de zin, en pas in tweede instantie de woordeigen-    haald!”, riep hij tegen me toen ik vijf minuten in
       schappen zelf.                                          een e-book had zitten lezen. Wat was dat?!
                                                                  Ik zocht het op. “Heb je een goed voornemen om
                                                               vaker te gaan lezen?”, las ik. “Dan gaat de boeken-
       PETER-ARNO COPPEN                                       app je daarbij helpen. Standaard staat je leesdoel
                                                               ingesteld op 5 minuten, maar je kunt het ook op-
                                                               voeren. Je kunt je prestaties delen met vrienden via
                                                               sociale media.”
                                                                  Ik moest hardop lachen. Om dat standaardlees-
                                                               doel van maar liefst vijf hele minuten. Om dat
                                                               “delen van je prestaties”. Maar vooral omdat lezen
           Huiswerk                                            blijkbaar zoiets is geworden als tandenpoetsen of
           Nu we de belangrijkste principes van de             sporten. Iets wat niet leuk is, maar nu eenmaal    ONZE TAAL 2020  —  9
           zinsdeel- en woordsoortontleding hebben
                                                               móét. Onbegrijpelijk. Lees gewoon niet, als je er geen
            gehad, gaan we over naar de samen-
                                                               plezier in hebt. Je wordt er echt geen beter mens van,
            gestelde zinnen. Deze keer een simpele
                                                               dat zweer ik met de hand op mijn hart. Ga gewoon
                                                               lekker netflixen of zo, en leg dat boek weg. Er moet
            vraag: wat is het verschil in woord-
                                                               al zo veel. Lees niet! Dan blijft er des te meer over
            volgorde tussen de zinnen ‘Ik lach omdat
                                                               voor mij.
             het regent’ en ‘Ik lach want het regent’?
                                                               SYLVIA WITTEMAN
                                                                                                                21
   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26