Page 25 - OnzeTaal_nov2020_HR
P. 25

Nederlandse en Belgische taalkundigen weer toenade-  waarop de vrijwilligers die woorden noteerden die naar
            ring tot elkaar. Vanaf 1849 organiseren ze tweejaarlijkse   hun inzicht opname in het WNT verdienden, samen
            ‘Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen’,    met een of meer citaten en de vindplaats. Per trefwoord
            afwisselend in België en Nederland. Op het eerste con-  werden alle citaten van de verschillende vrijwilligers
            gres in Gent wordt besloten om de “eenheid van taal in   uitgeknipt en samengebracht, en op oude tijdschriften
            Noord en Zuid” concreet vorm te geven met een histo-  netjes bij elkaar geplakt. Het eerste deel van het WNT,
            risch woordenboek, het WNT. Matthias de Vries, docent   A tot Ajuin, verschijnt, niet verwonderlijk, dan ook pas
            Nederlands aan de Leidse universiteit, en Lammert te   in 1882.
            Winkel zijn de (voornaamste) redacteuren.
               Aan het woordenboek gaat een eenheidsspelling   SARCASME
            vooraf: de spelling-De Vries en Te Winkel dus, die sterk   Grootste criticaster van de helse onderneming is de taal-
            leunt op de spelling-Siegenbeek uit 1804. Dat is de eer-  kundige Johannes van Vloten. Zijn gedicht ‘Dertig jaar
            ste officiële spellingregeling, genoemd naar haar maker:   uit de lijdensgeschiedenis van ’t woordenboek’ (1883)
                                                             opent hij met: “O, luid weêrklink de lofbazuin! / Het
                                                             Woordenboek kwam tot ajuin / In dertig jaren al; dat
       De voltooiing van het weten-                          heet / Zijn tijd voorzeker welbesteed! / ’t Duurt nu geen
                                                             dertig jaar gewis, / Eer ’t tot azijn genaderd is.” Dat sar-
       schappelijke woordenboek van                          casme is niet geheel onterecht. Op 15 september 1891
                                                             gaat De Vries met emeritaat. Nog geen jaar later, op
       het Nederlands zou De Vries                           9 augustus 1892, sterft de eerste hoofdredacteur van het
                                                             WNT. De voltooiing van het wetenschappelijke woor-
       niet meer meemaken.                                   denboek van het Nederlands, dat De Vries zelf om-
                                                             schrijft als “een waardige schatkamer” van onze taal,
                                                             zal hij dus niet meer meemaken.
                                                                Dat voorspelt hij overigens ook zelf in de inleiding bij
                                                             het WNT: “Mijne jaren stijgen, mijne krachten zullen
            Matthijs Siegenbeek, de allereerste hoogleraar Neder-  weldra afnemen. (…) Doch ook zonder mij (…) zal het
            lands in de noordelijke Nederlanden. In de spelling-   werk (…), vroeger of later, tot een goed einde komen.”
            De Vries en Te Winkel zijn enkele leemtes uit de spel-  Hij krijgt gelijk, maar tot wanhoop van vele subsidie-
            ling-Siegenbeek weliswaar gedicht – bijvoorbeeld de    gevers duurt het nog tot 1998 voor het laatste deel ver-
            regeling voor tussenklanken bij samenstellingen en de   schijnt. In 2001 volgen nog drie delen met aanvullingen,
            spelling van bastaardwoorden –, maar van een spelling-   waarin niet eerder opgenomen woorden zijn beschreven.
            revolutie is geen sprake, en van een vereenvoudiging   Het WNT telt uiteindelijk 32 delen, verspreid over 43 ban-
            ook niet. De Vries en Te Winkel behouden immers het   den en 49.255 bladzijden, samen goed voor drie meter
            etymologische principe uit de spelling-Siegenbeek. Dat   kastvulling. De 134 jaar werk leverde 400.000 trefwoorden
            betekent: woorden die hetzelfde klinken maar in een   op met ongeveer 1.700.000 citaten om ze te illustreren.
            vroeger taalstadium verschillend klonken, moeten ook   Het wordt vooral gebruikt door taalwetenschappers en
            verschillend worden gespeld, om recht te doen aan de   woordenboekmakers die er een schat van historisch bron-
            herkomst van die woorden. Schreven onze Germaanse   nenmateriaal in terugvinden, en wordt beschouwd als de
            voorvaderen ei of ai, dan schrijft Siegenbeek ee. Daarom   moeder van alle woordenboeken.
            spel je heelen (‘genezen’) met dubbel e, maar helen (‘ge-     Louise Snauwaert, met slechts tien fouten de uiteinde-
            stolen goederen verkopen of kopen’) met een enkele.   lijke winnaar van het Dicté, wordt niet beloond met een
                                                             papieren exemplaar van het WNT, dat je overigens tegen-
            ELITAIR                                          woordig gewoon online kunt raadplegen. Ze krijgt wel
            En zo komt het dat ik anno 2020, als online deelnemer   een trofee, die gelukkig iets minder plaats inneemt in de
            van het Dicté, zit te twijfelen tussen oo en o in zinnen als   vitrinekast.                 
            “Hortense phantaseerde over de kleeren die ze zou kun-
            nen koopen als ze voor het kistje een kooper vond” en
            “Op het graf van haar oudtante zette ze een vaas van
            koper.” De etymologische kennis over de twee soorten
            koper waarmee ik de juiste De Vries-spelling kan be-
            slechten, heb ik niet zo meteen paraat. In 1891 al, in zijn   Matthias de Vries
            traktaat Onze lastige spelling, wijst taalkundige Roeland
            A. Kollewijn op dat elitaire karakter van etymologisch   Matthias de Vries (1820-1892) was de zoon van
            spellen: publieksvriendelijker vindt hij het om altijd    Hillegonda van Geuns en Abraham de Vries, een
            helen te schrijven, of je nu ‘genezen’ of ‘gestolen goede-  doopsgezind predikant en bibliothecaris. De Vries was
            ren verkopen’ bedoelt. De Vries is in 1866 wél tevreden   klein, 1 meter 57, maar zou uitgroeien tot een groot
            over ‘zijn’ spelling: “De eenheid der Nederlandsche taal   intellectueel. In 1838 begon hij met zijn studie Neder-
            in het Zuiden en Noorden is een onbetwistbaar feit ge-  lands en klassieke talen in Leiden; vijf jaar later al werd
            worden, door gelijkheid van spelling bevestigd, en, als   hij er doctor in de letteren en wijsbegeerte. Na vanaf
            tot onderpand voor de toekomst, door het Nederlandsch   1849 hoogleraar te zijn geweest in Groningen, keerde
            Woordenboek voor altijd gewaarborgd.”              hij in 1852 terug naar de Leidse universiteit, waar hij   ONZE TAAL 2020  —  11
               Dat WNT zou een enorm arbeidsintensief huzaren-  Nederlands ging doceren.
            stukje worden – in zijn online lezing voor het INT over      De Vries was een bevlogen lesgever, een sierlijke
            Matthias de Vries lichtte voormalig WNT-hoofdredac-  redenaar en een belangrijke teksteditiebezorger, onder
            teur Piet van Sterkenburg deze zomer toe hoe tal van    meer van Jacob van Maerlants Spiegel Historiael (1863).
            bereidwillige taal- en letterkundigen uit Nederland en   Zijn naam blijft echter vooral verbonden aan het Woor-
            Vlaanderen boeken lazen die door De Vries werden ge-   denboek der Nederlandsche Taal (WNT).
            selecteerd. Hij ontwikkelde daarvoor aparte formulieren,                                            25
   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30