Page 22 - OnzeTaal_nov2020_HR
P. 22

In onze woordenschat
            is goed te zien hoe we
            denken over andere
            volken – vooral die
            waarmee we het niet al
            te best konden vinden.



            GASTON DORREN
            Illustratie: Hein de Kort









       Spaans benauwd,



                                            Oost-Indisch doof





                                  Foeteren op vijandige volken





                    en paar generaties geleden kon je er nog ‘uit-  ‘Spaans kasteel’ was – eufemistisch – een bordeel. Wie
                    zien als een Turk’: dan moest je in bad. Sprak   dat bezocht, liep kans op een geslachtsziekte als ‘Spaan-
                    iemand mooie woorden waar je niks mee op-  se pokken’ (syfilis) of ‘Spaanse kraag’ (parafimosis).
            E schoot, dan waren dat ‘Franse complimenten’.   Wie ‘het Spaans had (of kreeg)’, die werd hardvochtig
            En heerste er ergens een woeste wanorde, dan ‘ging het   of wreed behandeld. Later ging dat ‘Spaans benauwd’
            er Spaans aan toe’. Rond 1900 gebruikten we zulke   heten.
            beeldspraken nog veelvuldig en onbekommerd. In vele
            tientallen vaste verbindingen werden vreemde volkeren   AANSTELLERIGHEID
                                                             Ook Frankrijk moest het in de Nederlanden soms ont-
            – en dan vooral voormalige vijanden – in een kwaad dag-
      ONZE TAAL 2020  —  11    Spanje, het land waarop de noordelijke provincies hun   reel dominant, en riep dus weerstand op. In de zeven-
            licht geplaatst.
                                                             gelden. Het land was territoriaal opdringerig en cultu-
               Nederlands aartsvijand numero uno was natuurlijk
                                                             tiende eeuw was ‘Franse courage’ dapperheid die snel
                                                             verflauwde; in de negentiende eeuw had je het over
            (godsdienst)vrijheid bevochten en dat de zuidelijke pro-
                                                             ‘Franse wind’ als je verwees naar de vermeende opper-
            vincies tot 1715 zou overheersen. De Spanjaarden behiel-
            den dan ook eeuwenlang een slechte naam, en vanaf de
                                                             vlakkigheid en aanstellerigheid van de Franse cultuur.
            achttiende eeuw stond Spaans voor ‘wreed’ of ‘woest’.
                                                             nemen tussenuit. Van een ‘Franse eed’ was bij voorbaat
            Wie ‘het Spaans maakte’, die maakte het wel erg bont.
                                                             duidelijk dat hij niet zou worden nagekomen. Een ‘Fran-
            Maakten kinderen het Spaans, dan kregen ze harde   Wie ‘Frans afscheid nam’, piepte er zonder afscheid te
            klappen met een ‘Spaans rietje’. De ‘Spaanse bok’ was   se colère’ was een plotselinge woedeaanval. Wie iets met
   22       een wrede methode om slaven af te ranselen. Een   ‘de Franse slag’ deed, werkte niet erg punctueel. En wie
   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27