Page 29 - OnzeTaal_mei2020_HR
P. 29
ONDERZOCHT ERICA RENCKENS
Waar houden taalkundigen zich mee bezig? Foto: Bert Beelen
Uitdrukkingen onder de knie
oet bij stuk houden. In goede aarde vallen. Hard van
stapel lopen. De hele dag door horen, lezen en ge-
V bruiken we dit soort uitdrukkingen, zonder dat
we erbij stilstaan – dit laatste is er trouwens ook weer
een. “Dat is best lastig als Nederlands niet je moedertaal
is, want op basis van de betekenis van de losse woorden
kun je meestal niet raden wat een uitdrukking betekent.
Je moet ze dus gewoon kennen”, aldus taalkundige Ferdy
Hubers. Hij onderzocht aan de Radboud Universiteit hoe
het staat met deze kennis onder zowel Nederlanders als
Duitsers die Nederlands leren.
Bij de Nederlanders zat dat wel snor. Hubers legde
390 proefpersonen 374 uitdrukkingen voor die ze door-
gaans bleken te kennen en te gebruiken. “Er was wel wat
variatie. Varkensvlees onder de armen hebben kende bijna
niemand – dat betekent ‘lui zijn’”, vertelt Hubers. Dat is
een voorbeeld van een uitdrukking die niet transparant
is: “Je kunt de betekenis niet afleiden uit de betekenis
van de losse woorden. Bij een uitdrukking als twee vlie-
gen in één klap slaan kun je op die manier nog wel een
heel eind komen.” Hoe transparanter de uitdrukking,
hoe meer mensen deze kennen. Taalkundige Ferdy Hubers onderzocht hoe anderstaligen Nederlandse
Een andere factor was visualiseerbaarheid. “We ver- uitdrukkingen leren.
wachtten dat je een uitdrukking beter zou kennen als je
je er goed een beeld bij kunt vormen, maar het blijkt
juist andersom te zijn”, vertelt de onderzoeker. “Als je de training gebruik gingen maken van de overlap met
de uitdrukking al kent, heb je dat beeld niet nodig en sla het Duits en de informatie uit transparantie. Alsof ze
je die stap over. Is hij onbekend, dan val je juist daarop zich toen pas realiseerden dat die informatie handig is.”
terug – niet altijd met het gewenste resultaat.”
TEGEN DE KAARS
ERVARING Hierna probeerde Hubers met een experiment af te
Niet verrassend bleken de Duitse proefpersonen, die leiden hoe de hersenen uitdrukkingen verwerken. Hij
weliswaar vrij goed Nederlands spraken, veel minder liet proefpersonen woord voor woord een zin op een
bekend met de Nederlandse uitdrukkingen. “Soms is er scherm zien. Het laatste woord, dat in het rood ver-
een letterlijke vertaling in het Duits, zoals de eerste viool scheen, moesten ze zo snel mogelijk voorlezen. Dat
spelen - die erste Geige spielen. Dan was het geen pro- woord was ofwel onderdeel van een uitdrukking (‘… liep
bleem. Maar vaak zijn ze net iets anders: de koe bij de tegen de lamp’), ofwel een woord met een gerelateerde
horens vatten - den Stier bei den Hörnern packen. Of ze betekenis (‘… liep tegen de kaars’), ofwel totaal ongere-
zijn helemaal verschillend, maar hebben wel dezelfde lateerd (‘… liep tegen de helm’).
betekenis: een steekje los hebben - nicht alle Tassen im “Als je de uitdrukking niet kent, zijn lamp en helm
Schrank haben. En dan heb je ook nog uitdrukkingen die even onwaarschijnlijk en duurt het even lang om die
helemaal geen Duits equivalent hebben, zoals goed uit woorden voor te lezen. Maar Nederlanders kenden deze
de verf komen.” wél, dus lazen ze lamp sneller dan helm.” Dat woord was
Als er overlap was met het Duits, gebruikten de immers al opgeroepen door de woorden die eraan voor-
proefpersonen die om tot de juiste betekenis te komen. afgingen. De bijbehorende betekenis (‘lichtbron’) werd
Ook keken ze daarbij – meer dan de Nederlanders – sterk echter niet geactiveerd, omdat de uitdrukking niks met
naar de betekenis van de losse woorden in de uitdruk- een echte lamp te maken heeft. Daardoor bleef ook de
king. betekenis van kaars inactief en werd dat woord niet snel-
“Moedertaalsprekers van het Nederlands worden al ler gelezen dan helm.
vanaf hun geboorte blootgesteld aan de uitdrukkingen. Bij de Duitsers zag Hubers hetzelfde patroon, maar
Tweedetaalleerders hebben daarin een grote achter- dan minder duidelijk. “Daar is verder onderzoek naar ONZE TAAL 2020 — 5
stand”, verklaart Hubers. Om de Duitsers de kans te nodig”, stelt hij. “Al met al wijst dit erop dat uitdrukkin-
geven extra ervaring op te doen, liet hij hen via een gen in hun geheel worden opgeslagen in het woorden-
door hem ontwikkeld computerprogramma oefenen boek in ons hoofd, niet als losse woorden.” Hubers advi-
met Nederlandse uitdrukkingen. seert buitenlanders die Nederlands leren om zich goed
Deze training pakte goed uit: na afloop presteerden vast te bijten in de uitdrukkingen, zodat ze deze net zo
sommige Duitse deelnemers zelfs beter dan de Neder- goed onder de knie krijgen als geboren Nederlanders en
landers. Hubers: “Opvallend was dat de Duitsers pas ná Vlamingen. 29