Page 12 - Onze Taal _mei2019_HR
P. 12

VRAAG EN


  ANTWOORD






            DODENHERDENKING EN
            BEVRIJDINGSDAG
               chrijf je dodenherdenking en
            S bevrijdingsdag of Dodenherdenking
            en Bevrijdingsdag, als het over 4 en 5
            mei (in Nederland) gaat?
            In de officiële spelling is Bevrijdingsdag
            met een hoofdletter en dodenherden-
            king (of nationale dodenherdenking) met
            een kleine letter. De reden hiervoor is
            dat 5 mei als feestdag geldt en 4 mei
            niet.
               Volgens de officiële regels krijgen
            “informele aanduidingen” van feest-
            dagen een kleine letter. Dat zijn bij-
            voorbeeld kerst, eerste kerstdag en
            dierendag; de ‘echte’ feestdagen zijn
            Kerstmis en Werelddierendag.        SPREEKWOORDELIJK
               Het nadeel van deze regel is dat het                                                Illustratie: Matthijs Sluiter
            verschil tussen formeel en informeel
            lastig vast te stellen is; bovendien is
            het voor de meeste taalgebruikers in   HET SOP IS DE KOOL NIET WAARD
            de praktijk niet erg relevant. Daarom
            vinden we het bij Onze Taal goed te    orig jaar stond in Trouw: “Het sop zou de kool niet waard zijn als deze
            verdedigen om bijvoorbeeld ook bij    V stemmen niet zo’n bedenkelijk patroon verrieden.” Waar komt ‘Het
            bijzondere herdenkingsdagen een     sop is de kool niet waard’ vandaan? En wat betekent dit spreekwoord nu
            hoofdletter te schrijven, zoals bij    eigenlijk?
            Dodenherdenking en Nationale Doden-
            herdenking. Dit getuigt van net iets   ‘Het sop is de kool niet waard’ betekent dat iets niet de moeite is om je er druk
            meer respect voor deze bijzondere    over te maken: ‘Rustig nu maar, het sop is de kool niet waard.’
            dag van het jaar, en bovendien oogt   Bij sop denken we tegenwoordig aan afwaswater of water waarin zeep of een
            het consequenter in combinatie met   ander schoonmaakmiddel is opgelost. Maar in dit spreekwoord gaat het om een
            Bevrijdingsdag.                     oude, niet meer gebruikte betekenis van sop: ‘kookvocht’. Daarbij ging het vaak
                                                om het water waarin vis of vlees was gekookt. Dat kookvocht kon onder meer
                                                gebruikt worden om brood in te dopen (te ‘soppen’), maar het was ook niet on-
            ‘IK BEN DE ENIGE DIE DAT            gewoon om er kruiden of bijvoorbeeld wijn aan toe te voegen en het als een soort
            VIND/VINDT’                         saus over andere etenswaren te gieten, om deze wat meer smaak te geven.
              s het ‘Ik ben de enige die dat leuk      Volgens de naslagwerken had het spreekwoord aanvankelijk de omgekeerde
            I vind’ of ‘Ik ben de enige die dat   vorm: ‘De kool is het sop niet waard.’ Daarmee werd dan bedoeld dat het zonde
            leuk vindt’?                        was om het smakelijke sop over de kool te gieten, omdat dat een groente was die
            Juist is ‘Ik ben de enige die dat leuk   niet hoog in aanzien stond: “kool was een ongeachte kost”, schreef Carolus Tuin-
            vindt.’                             man in zijn spreekwoordenverzameling uit 1726. De variant ‘Het sop is de kool
               De bijzin die dat leuk vindt hoort bij   niet waard’ suggereert eerder dat het zonde is om kool aan het sop toe te voegen.
            de enige, en dat is een derde persoon   Het is niet helemaal duidelijk waarom deze variant breder bekend is geraakt dan
            enkelvoud; daarom krijgt vindt een t.   de oorspronkelijke.
            Vergelijk ‘Ik ben de enige die dat      De ‘kookvocht’-betekenis van sop komt overigens ook voor in de uitdrukking
            denkt’; de vorm denk, zonder t, is hier   iemand in zijn eigen sop gaar laten koken (‘geen zin meer hebben om aandacht aan
            duidelijk fout.                     iemand te besteden’). Dit sloeg oorspronkelijk op etenswaren die genoeg eigen
               Omdat het verschil tussen vind en   ‘sop’ hadden om gekookt te worden.
            vindt niet te horen is, zijn veel mensen      Tegenwoordig denken we bij sop zoals gezegd aan zeepsop. Die betekenis is
            geneigd vind (zonder t) te schrijven als   door analogie ontstaan: zeepsop schuimt flink, net als kookvocht. Bovendien is
            de zin met ik begint. Maar dat is dus   zeepsop een soort ‘aftreksel’ van (een stuk) zeep in water, net zoals (kook)sop een
      ONZE TAAL 2019  —  5  werkwoord in de zin hierboven dat wél   ‘Nieuw-Zeelander’ (en geen ‘Nieuw-  variant van zee. Het woord zeeuws
            niet juist als vind(t) in een bijzin staat
                                                aftreksel is van dat wat je kookt. Aanvankelijk was zeepsop het gewone woord;
                                                vanaf de negentiende eeuw werd dit steeds vaker ingekort tot sop.
            die zelf niet bij ik hoort. Het enige
            bij ik hoort, is ben.

            ZEEUW VERSUS NIEUW-
            ZEELANDER
                                                                                horend bij de zee’, maar wordt ook al
                                              De inwoneraanduiding Zeeuw en het
                                                                                vele eeuwen gebruikt als bijvoeglijk
                 aarom heet een inwoner van   Zeeuw’)?                          betekende oorspronkelijk ‘van de zee,
                                              bijvoeglijk naamwoord Zeeuws zijn ont-
            W Zeeland een ‘Zeeuw’, maar een   staan als afleidingen van het woord zee,   naamwoord bij de naam Zeeland. Naar
    12      inwoner van Nieuw-Zeeland een     of beter gezegd: van zeeuwe, een oude   analogie van de vorm Zeeuws ontstond
   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17