Page 17 - OnzeTaal_juliaug2020_HR
P. 17
Het boek werd in een grote oplage verkocht; ik mocht
het in de Beurs van Berlage aan onze beschermvrouwe
prinses Juliana aanbieden. Tijdens het gesprek viel de
oude prinses helaas in slaap. Desondanks kreeg ik het
Jaap de Jong verzoek in de redactie te komen. Nou, dat wilde ik wel.”
Inmiddels stonden er dus interviews in het blad, maar
Jaap de Jong (Den Haag, 1961) studeerde wat vond je er verder van?
Nederlands in Leiden, met als specialisme “Laat ik het zo zeggen: Onze Taal was eind jaren tachtig
Taalbeheersing. In 2004 promoveerde hij niet de voorhoede op het gebied van vormgeving. Visu-
op een proefschrift over de inleiding van eel lag de lat heel laag. Er stonden nauwelijks illustraties
toespraken: De eerste minuten. Werkte als of cartoons in, hooguit een enkel lelijk fotootje, en alles
docent Taalbeheersing aan de TU Delft was zwart-wit: de esthetiek van een kerkblaadje. Ook
en later in Leiden, waar hij in 2008 hoog- wat de teksten betreft viel er wel wat te winnen. De ac-
leraar Journalistiek en Nieuwe Media werd. tualiteit was soms ver te zoeken en ook verder kon het
Boeken, onder meer: Spreken als Max wel iets journalistieker. Renkema had met succes geha-
Havelaar (2012), samen met Peter Burger merd op meer duidelijkheid, maar ik vond dat er ook wat
Onze Taal! (1991), Handboek stijl (1997), gedaan moest worden aan de aantrekkelijkheid van de
Taalalmanak (1997) en Taalboek van de stukken. Er moest meer aandacht komen voor de stijl.
eeuw (1999). Ook was hij mede-auteur van Natuurlijk stonden er in Onze Taal al zwierige, geestige
Het woud van de retorica (2007), Vertrouw stukken, geschreven met pennen die in een mooi soort
mij! (2018) en Beeldtaal (3e druk 2019). inkt waren gedoopt – denk bijvoorbeeld aan de bijdragen
Van 1992 tot onlangs was De Jong van dichter Drs. P, rijmspecialist Jaap Bakker en redac-
redacteur van Onze Taal. Deze zomer begint teur Frank Jansen. Maar ik kwam in een verslag van een
hij met het opzetten van een redactie- jaarvergadering uit 1989 ook deze zin in het blad tegen –
adviesraad voor Onze Taal. hou je vast: “De kascommissie heeft voorgesteld de
penningmeester decharge te verlenen, hetgeen met
instemming en applaus werd bekrachtigd.” Dat moest
anders. En ik wilde meer literatuur – vooral poëzie. En
meer baldadigheid in de kolommen.”
“ Een taalblad TAALNIEUWS
Heb je die wensen kunnen realiseren?
“Ja, daar kreeg ik alle ruimte voor, ook al omdat de col-
maken is het lega-redacteuren op dezelfde lijn zaten. We namen een
professioneel vormgevingsbureau in de arm, Manifesta
in Rotterdam; het blad werd steeds kleuriger en er kwam
meer en mooier beeld. Ook inhoudelijk is er veel veran-
mooiste wat er is” derd. We zijn het taalnieuws goed gaan volgen, en het
ook zelf gaan maken, via eigen onderzoek en recentelijk
ook de jaarthema’s. De laatste jaren is er op dit gebied
nog meer mogelijk dankzij onze satellietuitgaven, zoals
onze e-mailnieuwsbrief Taalpost, en doordat we erg
actief zijn op sociale media.”
het stokje doorgegeven aan Peter Smulders, en het boei-
de me enorm: zo’n jonge vent op zo’n prachtige positie “Wat ik erg graag wilde,
in zo’n bloeiend genootschap. Hij bestierde niet alleen
het blad, maar had ook eigenhandig de Taaladviesdienst was bepaalde onderwerpen
van Onze Taal opgebouwd. Ik schreef in die tijd voor
Levende Talen, en besloot Smulders te interviewen over uitdiepen in themanummers.”
de koers en het succes van Onze Taal. De interesse was
gewekt.”
De Jong vertelt het allemaal vol vuur. “Een van en-
thousiasme stralende veertiger” noemde Marc van Oos- “De stilistische kant van de zaak kreeg steeds meer
tendorp De Jong in 2007 in een portret van Onze Taal, en gewicht – ook bij het aantrekken van auteurs. Er kwa-
van die bevlogenheid is dertien jaar later nog helemaal men meer reuring zoekende columns van bijvoorbeeld
niets verdwenen. Het gesprek vindt noodgedwongen Jan Kuitenbrouwer en Henk Spaan, die door hun scherp-
plaats in digitale vorm, maar De Jongs geestdrift spat te soms een beetje pijn deden, maar die dat weer ver-
zelfs van het FaceTime-scherm af. dienden met een smijdige, smeuïge stijl. En er is meer
“Eerst mocht ik in het blad beginnen met een serie literatuur gekomen: interviews met schrijvers, en stuk-
heuse interviews met spraakmakende taalgebruikers, en ken van dichter Ingmar Heytze en van essayist Guus ONZE TAAL 2020 — 7/8
vervolgens vroeg Peter Smulders me om bij het zestig- Middag, wiens werk ik echt super vind.”
jarig jubileum een boek te maken over de geschiedenis “Wat ik erg graag wilde, was bepaalde onderwerpen
van Onze Taal. Dat werd Onze Taal!, dat ik schreef met uitdiepen in themanummers, en dat is gelukt. Sinds jaar
studievriend Peter Burger. Dat samen spitten in de ar- en dag hebben we geregeld nummers die helemaal ge-
chieven en oude tijdschriftnummers en het interviewen wijd zijn aan bijvoorbeeld ‘de taal der liefde’, buurtalen
van voormalige redacteuren was fantastisch. Ik ben in als het Engels, het Duits en het Frans, de taal van de zin-
die periode bewust gaan houden van het genootschap. tuigen, de taal van het geheugen en – mijn heimelijke 17