Page 17 - OnzeTaal_jan2021_HR
P. 17

Wilt u direct antwoord op een taalvraag? Bel dan 085 - 00 28 428.    HOE LEG JE DAT UIT?
       Ook via Twitter (@onzetaal) en WhatsApp (06 - 39 86 19 91) krijgt u
       snel antwoord. Zie voor andere mogelijkheden www.onzetaal.nl/taalloket.
                                                                      Als je Nederlandse les geeft aan anderstaligen (NT2’ers),
                                                                      kom je af en toe kwesties tegen waarvan je je afvraagt:
                                                                      hoe zit dat ook alweer?
       VERSCHUIVENDE NORMEN
                                                                      EEN EFFEN/EFFENE ROK
       Wat is goed taalgebruik en wat niet? Die grenzen zijn voortdurend in beweging.   In september ging het in deze rubriek over het bij-
                                                                      voeglijk naamwoord: wanneer krijgt dat een e en
                                                                      wanneer niet? Dat hangt, zo legden we toen uit,
       ‘ER MIST EEN PAGINA’                                           voornamelijk af van de vraag of er een de- of een
       Zinnen als ‘Er mist een pagina’ leiden nogal eens tot discussie. De een   het-woord achter staat, en welk lidwoord of voor-
       vindt zo’n zin fout, de ander ziet of hoort er niets ongewoons aan.   naamwoord ervóór staat: de rode auto, een rode
          Wat is het punt? Volgens de afkeurende taalgebruikers kun je wel   auto, het rode huis, een rood huis, enz.
       zeggen dat ‘een boek een pagina mist’ of dat ‘een pagina gemist wordt’,      Maar denk je het net te snappen, blijkt opeens
       maar niet dat ‘een pagina (zélf) mist’. Missen is van oorsprong een werk-  dat er ook woorden zijn die helemaal geen bui-
       woord dat een lijdend voorwerp bij zich heeft, en in ‘Er mist een pagina’   gings-e kúnnen krijgen. Dat geldt onder meer voor
       ontbreekt dat: een pagina is daar het onderwerp. Bij ontbreken hoort juist   bijvoeglijke naamwoorden die op -en eindigen
       geen lijdend voorwerp: ‘Er ontbreekt een pagina’ is een goede zin, maar   (met een toonloze e). Daaronder vallen stoffelijke
       ‘Het boek ontbreekt een pagina’ niet.                          bijvoeglijke naamwoorden zoals houten en zilveren,
          Toch zijn zinnen als ‘Er mist een pagina’ behoorlijk gangbaar. En heel   voltooide deelwoorden zoals gesloten en bekeken,
       nieuw is dit gebruik van missen niet: volgens het Woordenboek der Neder-  en een aantal ‘losse’ gevallen, zoals effen en open.
                                                                      Het is dus bijvoorbeeld de houten vloer, het gesloten
          Missen in de betekenis ‘ontbreken’                          gordijn, het open raam en de effen rok – terwijl er
                                                                      wél een e komt in bijvoorbeeld de witte vloer, het
          bestond al in de 19de eeuw.                                 gebloemde gordijn, het dichte raam en de blauwe rok.
                                                                        Ook de meeste bijvoeglijke naamwoorden die

                                                                      op een klinker eindigen, krijgen geen buigings-e.
                                                                      Voorbeelden daarvan zijn de lila rok, een macho
       landsche Taal kwam de betekenis ‘tekortkomen, ontbreken’ zeker al in    houding en de trendy koffiebar. Een uitzondering
       de negentiende eeuw voor. In de twintigste eeuw raakte dit gebruik   daar weer op is de ee-klank, zoals in een weeë geur
       gaandeweg steeds wijder verbreid en werd het steeds geaccepteerder.   en het gedweeë kind.
       We mogen inmiddels stellen dat missen in deze betekenis tamelijk in-      Hierboven werden houten en zilveren al genoemd.
       geburgerd is geraakt – in elk geval in Nederland, en dan vooral bij de   Maar er zijn ook stoffelijke bijvoeglijke naamwoor-
       wat jongere taalgebruikers; in België (en bij wat oudere Nederlanders)    den die níét op -en eindigen, en die krijgen ook
       is het minder geaccepteerd.                                    geen buigings-e: een plastic lepel, aluminium kozij-
          Er is ook een stijlverschil: veel mensen vinden ontbreken wat formeler   nen, een nylon avondjurk, een polyethyleen draagtas.
       dan missen. Wie een ambtelijk rapport schrijft en verzorgd taalgebruik
       wil hanteren, zal het ‘nieuwe’ gebruik van missen vermoedelijk vermij-  Welke kwesties komt u vaak tegen in uw NT2-
       den. Maar het is te streng om het nog zonder meer fout te noemen.  lessen? En hoe legt u ze uit? We horen het graag
                                                                        via taaladvies@onzetaal.nl.

       HOE KAN HET DUIDELIJKER?


       Met ingang van deze maand: tips voor duidelijkere teksten.

       VRAAG                             Meestal gaat het dan specifiek om zelf-  van voorzetsels ontstaat en dat er kleur-
       Ik krijg van een collega het commen-  standige naamwoorden die zijn afgeleid   loze werkwoorden worden gebruikt,
       taar dat ik minder in ‘naamwoord-  van een werkwoord, zoals ontvangst,    zoals plaatsvinden en leiden tot: ‘De ont-
       stijl’ moet schrijven. Maar wat is dat?   gebruik en verbetering, of om werkwoor-  vangst van commentaar van een collega
                                         den met het ervoor: het ontvangen, het   over het gebruik van naamwoordstijl
       ANTWOORD                          gebruiken, het verbeteren.        leidt tot het stellen van de vraag wat
       Deze vraag zou er in een tekst met      Wat is daar mis mee? Met zelfstandi-  dat is.’
       naamwoordstijl bijvoorbeeld zó uit    ge naamwoorden op zich niets. Maar als      Wie deze manier van schrijven een-
       kunnen zien:                      een tekst opvallend veel naamwoorden   maal herkent en de tekst levendiger wil
                                         bevat die van werkwoorden zijn afgeleid,   maken, kan beginnen met zich zin voor
          De ontvangst van commentaar van   gebeurt er iets met zo’n tekst. Die wordt   zin af te vragen: staat hier wie iets doet
          een collega over het gebruik van   passiever, minder levendig, en daardoor   of is? Zo niet, kan ik een persoon noe-
          naamwoordstijl leidt tot het stellen   afstandelijker en abstracter. Vergelijk   men die iets onderneemt, of een organi-  ONZE TAAL 2021  —  1
          van de vraag wat dat is.       ‘De behandeling van het voorstel vindt   satie die handelt en verantwoordelijk is
                                         morgen plaats’ en ‘Het bestuur behan-  voor wat er gebeurt?
       Het begrip naamwoordstijl geeft aan dat   delt het voorstel morgen.’ De tweede zin      Andere tips staan op onze site:
       er wel érg veel zelfstandige naamwoor-  klinkt actiever en laat bovendien zien   onzetaal.nl/taaladvies/naamwoordstijl.
       den in een tekst staan – ook waar je   wie het voorstel behandelt.   Daar is ook te lezen wanneer naamwoor-
       prima zou kunnen kiezen voor een ver-     Andere nadelen van de naamwoord-  den juist wél een goede keus zijn – ook
       voegd werkwoord met een onderwerp.   stijl zijn dat er vaak een opeenhoping   als ze van werkwoorden zijn afgeleid.  17
   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22