Page 23 - OnzeTaal_jan2020_HR
P. 23

RAARWOORD  GUUS MIDDAG                         TYPISCH VLAAMS

       Over opmerkelijke woorden, oud en nieuw.          Vanaf dit nummer bekijkt taaljournalist
                                                         (en mede-auteur van de woordenlijst
                                                         Typisch Vlaams) Ludo Permentier maandelijks
                                                         wat er zich aan taal voordoet in het Vlaamse
       IJsei                                             deel van het Nederlandse taalgebied.





             andaag gaat het over iets wat je maar heel
             zelden ziet – één keer per jaar hooguit, en
       V alleen op verafgelegen plekken, zoals het       Vroeger was
       Finse eiland Hailuoto. En dan nog alleen als de
       omstandigheden ideaal zijn: een temperatuur
       van net onder het vriespunt, een vlak, liefst licht   alles beter
       hellend stuk zandstrand, en een kalme zee.
          In het najaar zet het koude zeewater vaak wat
       kleine brokjes ijs af op het strand. Als de zee
       kalm genoeg is, zorgt het langzame aan- en afrol-       roeger mocht je zeggen dat alles vroeger beter was.
       len van de golven er dan voor dat de ijsbrokjes         Nu moet je je excuseren als de gedachte ook maar bij
       een mooie ronde vorm krijgen. Intussen groeien    V je opkomt. Dat was dus vroeger beter. En het brood
       ze ook nog wat aan, door het telkens overspoeld   smaakte nog naar brood, wasmachines gingen honderd jaar
       worden door het ijskoude water, en het weer op-   mee, het was gezelliger op café en: het Nederlands was nog
       vriezen daarvan. Zo kunnen de afgeronde brokjes   een mooie taal. Tegenwoordig is ze door onkunde en onver-
       ijs, rustig voortrollend over het licht hellende   schilligheid naar de vaantjes geholpen.
       strand, aandikken tot een ijsbal, soms wel ter       Wie in Vlaanderen in een gesprek over taal stapt, wordt
       grootte van een voetbal.                          omvergeblazen met jeremiades. In Nederland ook, maar in
          Zo’n ijsbal is nooit alleen, maar altijd in het   Vlaanderen krijg je soms de indruk dat er niets ánders te
       gezelschap van duizenden andere, met hem          zeggen valt. Taal is taalverloedering.
       meerollende en langzaam in omvang en gewicht         Tot voor kort zongen erkende taaladviseurs dat deuntje
       toenemende ijsvoetballen, die samen een heel      dapper mee. ‘Wij kuisen onze turnsloefen, we hospitaliseren
       stuk strand bedekken. Het levert onwaarschijn-    onze parlementairen, we brossen tot we gebuisd zijn, we ha-
       lijke beelden op. Zie de hierbij afgedrukte foto,   len een geldbeugel uit een sacoche …’ Eugène Berode, legen-
       gemaakt door Risto Mattila, toen hij in november   darisch taaladviseur van de VRT, betreurde in zijn afscheids-
       met zijn vrouw over het strand van Hailuoto liep.  toespraak in 1996 dat hij veel moeite voor niets had gedaan.
          Hoe noemen we dit natuurverschijnsel? Je zou   De belgicismen die hij aan het begin van zijn carrière had
       van ‘ijsballen’ kunnen spreken, maar onder een    aangeklaagd, waren nog springlevend aan het eind daarvan.
       ijsbal verstaan wij al iets anders: een “zeer vast      Tot voor kort dus. Want inmiddels hebben taalweten-
       samengeknepen en daardoor zeer harde sneeuw-      schappers aangetoond dat Berode ongelijk had. Els Hendrickx,
       bal” (Van Dale), vooral bekend als verboden wa-   bijvoorbeeld, bewees voor haar doctoraat (Leuven, 2013) dat
       pen in het klassieke schoolpleinsneeuwballenge-   Berode en zijn kompanen wel degelijk successen hadden ge-
       vecht. Toen De Telegraaf de foto van Risto Mattila   boekt met hun banbliksems en ‘zeg-niet-zeg-wel’. Ze telde
       afdrukte, sprak de krant in het bijschrift van “ijs-  de belgicismen over een periode van vijftig jaar in twee kran-
       eieren”. Mooi woord: ijsei. Het geeft ineens een   ten en ontdekte dat ze aanzienlijk veel terrein hadden verlo-
       zweem van breekbaarheid aan de witte ijsballen.   ren ten voordele van algemeen-Nederlandse woorden en uit-
       En van voortplanting. Zie ze daar liggen: eieren   drukkingen. De camions reden achteruit, de vrachtwagens
       zijn het, gelegd door moeder de zee, alleen op    vol gas vooruit.
       enkele zeldzame vruchtbare dagen als de om-          Maar kijk! Van Dale noemt camion, buizen en sacoche van-
       standigheden ideaal zijn. Het strand is hun war-  daag weliswaar spreektalig, maar wel algemeen Belgisch-
       me nest. Als de omstandigheden gunstig blijven,   Nederlands. Hetzelfde voor sloefen en brossen (informeel) en
       zullen er straks nieuwe kleine babyzeetjes uit    geldbeugel (schrijftaal). Hospitaliseren en parlementair hebben
       tevoorschijn kruipen. Waar komen de zeeën         geen stilistisch label meer. De taalzuiveraars van toen heb-
       vandaan? Uit het ijsei.                          ben dan misschien vooruitgang geboekt, het gras is ook on-
                                                         der hun voeten weggemaaid. Televisiemakers kunnen tegen
                                                Foto: Risto Mattila  Dale – waarvan Hendrickx hoofdredacteur is – camions en
                                                         de opvolger van Berode, Ruud Hendrickx, inbrengen dat Van
                                                         sacochen aanvaardbaar vindt, alleszins in losse babbeltjes.

                                                           U krijgt van mij, waarde lezer, dit jaar tien columns over
                                                         het taalgebruik in Vlaanderen. Daarbij ga ik niet katholieker
                                                         zijn dan de paus, en typisch Vlaams dat tegenwoordig aan-
                                                         zien wordt als ‘standaardtaal in België’ met plezier in de
                                                         mond nemen. Nederlanders merken hopelijk dat het Bel-    ONZE TAAL 2020  —  1
                                                         gisch-Nederlands op taalvlak iets te bieden heeft. Belgen
                                                         beseffen misschien dat het vroegere taboe op deze eigen
                                                         woorden niet beter was.


                                                         LUDO PERMENTIER
       Het Finse eiland Hailuoto.                                                                               23
   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28