Page 21 - OnzeTaal_febmrt2021_HR
P. 21
WITTEMAN
(advertentie)
SCHRIJFT
U MEE? Vernisje
et opvoeden van mijn kinderen is nooit een
Jaap Toorenaar werkt groots opgezet project geweest, maar een
H paar basisbeginselen heb ik ze toch wel
aan een boek dat geprobeerd bij te brengen: elke dag een schone
‘Mijn leraar vertelde eens’ onderbroek aantrekken, geen naaktfoto’s van jezelf
verspreiden waar je gezicht op staat (of herkenbare
gaat heten. Daarvoor zoekt tatoeages), en niet schelden met kanker.
Wat die onderbroek en die naaktfoto’s betreft heb
hij prachtige verhalen van ik geen idee of ze zich aan mijn prangende adviezen
houden, maar het woord kanker wordt in mijn huis
en over onze juffen, regelmatig ijdel gebruikt. Er hoeft maar een giet-
ijzeren koekenpan op een blote kindervoet (maat 47)
meesters, leraren te vallen, en daar galmt het akelige woord al door
mijn reine keukentje.
en hoogleraren. Wijze “Niet schelden met kanker, eikel”, zeg ik dan.
“Een vernisje beschaving is alles wat ik vraag. Een
woorden, onvergetelijke vernísje.” Waarna het slachtoffer hinkend boudeert:
“Dat was toch geen schélden? Dat is gewoon een
uitspraken en vermakelijke woord dat uit je mond komt zonder dat je er iets aan
kunt doen.” Hij heeft gelijk, natuurlijk.
voorvallen in de klas De afgelopen jaren is het ka-woord bovendien aan
of collegezaal. inflatie onderhevig. Het wordt steeds minder als
negatieve krachtterm gebruikt, en steeds vaker posi-
tief. Zo smaakt de maaltijd, door mij bereid, nogal
eens “kankerlekker”, een film kan “kankerheftig”
Schrijft u mee? U vindt zijn, er is sprake van een “kankergekke fissa” (‘ui-
terst gezellig feest’) of “kankerleipe patta’s” (‘zeer
meer informatie op begerenswaardige gymschoenen’) – allemaal aanste-
kelijk enthousiasme dus, wat we op zich graag zien
mijnleraarvertelde.nl en bij onze kleintjes. Alleen dat nare woord, hè?
“Zeg dan ‘tering!’”, hoorde ik mezelf eens tegen
uw bijdrage is welkom op ze zeggen, waarop mijn jongste riposteerde dat ik
kennelijk niet helemaal barkie was. “Tering is toch
info@mijnleraarvertelde.nl ook een heel erge ziekte, mama?” “Ja, jongen, maar
de tering is zowat uitgestorven, net als de klere, de
Jaap Toorenaar stelde pleuris, de pest en de pokken”, sprak ik wijsneuzig.
eerder met Onze Taal (Een deel van die ziektes komt in minder fortuinlijke
landen nog grootschalig voor, maar zoiets moet je
twee bloemlezingen samen: zo’n snotjoch natuurlijk niet aan de neus hangen.)
De nieuwste variant is het verkleinwoord. Zo ver-
‘Mijn moeder zei altijd’ nam ik laatst dat het buiten “kankertjekoud” was en
werd een van onze katten vertederd omschreven als
en ‘Mijn vader zei altijd’. “kankertjedom”. De gevreesde ziekte in ongevaar-
lijke miniatuur; wat is taal toch iets moois! En wie
weet heeft dit alles een voorspellende waarde. Als
het een beetje meezit, gaat de kanker ooit (snel,
hoop ik) de pest en de pokken achterna; een ziekte ONZE TAAL 2021 — 2/3
waarvoor niemand meer bang hoeft te zijn.
“Nou jongens, kanker er dan maar op los. Alleen,
doe het nou niet waar oma bij is. Een greintje
beschaving is alles wat ik vraag. Een vernísje.”
SYLVIA WITTEMAN 21