Page 32 - OnzeTaal_febmrt2020_HR
P. 32
DICHTPLAATSEN INGMAR HEYTZE
Dichter Ingmar Heytze over stijlfiguren, of ‘dichtplaatsen’, zoals hij ze ook wel noemt.
De rijk rijmende wijs
r zijn twee klassieke misverstanden over poëzie. daarmee aan dat elk ander rijmwoord wat hem betreft
Het eerste is dat gedichten moeten rijmen. Het inferieur is aan de herhaling. Wat rijmt er beter op een
E tweede is dat ze niet mógen rijmen. En dan is er rijmwoord dan precies datzelfde woord? En ziet de lezer
nog een derde klassiek misverstand, en dat is dat dich- wel dat rijm op zichzelf niks voorstelt, in feite kinder-
ters dienen te lijden, maar dat betreft niet zozeer het spel is, ondergeschikt aan het kiezen van de woorden die
werk als wel de makers. ertoe doen?
Millennialang waren er prima redenen om gedichten Het duidelijkste voorbeeld in onze poëzie is waar-
maar liever wél te laten rijmen: rijm zorgt er samen met schijnlijk ‘In Leiden met het meisje van zilver’ van
ritme voor dat je een tekst makkelijker kunt onthouden. Ilja Leonard Pfeijffer, een korte opsomming van Leidse
Poëzie was tot een paar eeuwen geleden een gebruiksar- straten, grachten, poorten en stegen, waarbij alle zeven
tikel, een drager van verlangens, verstrooiing, voorspel- regels van het gedicht eindigen op “met het meisje van
lingen en nieuwsfeiten, een archief voor overwinningen zilver”, hoewel we hier ook kunnen spreken van rijk vrij
en grote gebeurtenissen, inhoud om op muziek te zet- vers. Het mooiste voorbeeld komt uit het achtendertig-
ten. Poëzie is nog steeds een gebruiksartikel, dat is niet ste vers uit de Sonnetten van de kleine waanzin van Hans
veranderd, alleen weet niemand meer waarvoor. Andreus:
Een beetje dichter zit daar niet mee, en beslecht het
ouwelijke rijm-of-geen-rijm-debat met ‘rijk rijm’: het en ieder gebaar watervalt van licht.
op elkaar laten rijmen van dezelfde woorden – of in elk (Zij galopperen te paard op het licht
geval woorden die hetzelfde rijmbepalende woorddeel en hun lichaam buigt als een boog van licht.)
bevatten, zoals Leo Vroman deed in zijn gedicht ‘Af-
vaart’, waarin “spiegelbeeld” rijmt op “sterrebeeld”. Genoeg daarvan. Ik kan in een mens leven
Goed toegepast is rijk rijm sterker dan welk ander rijm- en uit de ruimte. Ik noem alles leven.
paar ook. De dichter hamert de woorden erin en geeft Er komen anderen om mee te leven.
MATTHIAS GIESEN
ONZE TAAL 2020 — 2/3
32