Page 30 - OnzeTaal_dec2019_HR
P. 30

ONDERZOCHT  ERICA RENCKENS


            Waar houdt jong taalkundetalent zich mee bezig? Foto: Bert Beelen



            Spelfouten met werkwoorden verklaard/t






                      eet jij wat hier gebeurd/t?’ Om deze zin goed
                      eet jij wat hier gebeurd/t?’ Om deze zin goed
                      te kunnen spellen, moet je een grammaticale
                      te kunnen spellen, moet je een grammaticale
            W analyse maken. Over dat laatste woord moet
          ‘W analyse maken. Over dat laatste woord moet
          je je bijvoorbeeld afvragen:
            je je bijvoorbeeld afvragen: is gebeurd/t een persoons-
            vorm of een voltooid deelwoord? “Als ik aan een goede
            speller vraag hoe hij die spelling bepaalt, hoor ik vaak
            ‘dat weet ik gewoon’, maar dat kan niet. Je móét een
            analyse maken, desnoods heel snel”, vertelt Robert
            Chamalaun, docent Nederlands en promovendus aan de
            Radboud Universiteit.
               Bij zijn leerlingen op middelbare scholen in Boxtel en
            Uden zag hij dat er veel fouten werden gemaakt met zul-
            ke ‘homofone’, gelijkklinkende werkwoordsvormen,
            waarbij je niet kunt hóren hoe ze gespeld worden. Vooral
            zogenoemde prefix-werkwoorden, die beginnen met be-,
            ge- of ver-, zijn hier berucht om. Met een speciale onder-
            zoeksbeurs voor leraren besloot hij te onderzoeken
            waarom leerlingen dit – ondanks alle instructie – zo
            vaak verkeerd doen en wat eraan gedaan kan worden.

            DRUK OP GEHEUGEN
            Uit verschillende experimenten met leerlingen uit alle
            leerjaren van vmbo, havo en vwo kwam naar voren dat
            spellen beter ging naarmate het grammaticaal bewust-
            zijn toenam. Toch bleek zulk taalkundig inzicht nog geen
            garantie voor succes: sommige leerlingen die de werk-
            woordsvorm konden benoemen, maakten toch spel-
            fouten.
               “Leerlingen kijken vooral naar de positie van het   Robert Chamalaun onderzocht de spelling van werkwoords-
            werkwoord in een zin”, verklaart Chamalaun. “Achter in   vormen als bepaald/t en gebeurd/t.
            de zin is het meestal een voltooid deelwoord en die ein-
            digen vaker op een d. Een persoonsvorm tegenwoordige
            tijd aan het eind van de zin werd dan ook vaker met een   aanwezigen de stof begrijpen. “Ik had verwacht dat leer-
            d gespeld dan een die midden in de zin stond.” Daar-  lingen in 4 havo dat kinderachtig zouden vinden, maar
            naast bleek woordfrequentie een rol te spelen. “Woor-  ze vonden het juist hartstikke leuk. Laatst vroegen ze
            den die vaker voorkomen, zoals bepaald, schrijven ze   nog wanneer we weer met die bordjes gingen werken.”
            eerder op dan woorden als bepaalt.”              Ook bij studenten slaat de methode aan, blijkt uit een
               Om deze strategieën te corrigeren, moet de link tus-  studie waarbij Chamalaun twee groepen gedurende een
            sen grammatica en spelling in het onderwijs duidelijker   aantal weken een spellingcursus gaf: de ene op de tradi-
            zichtbaar gemaakt worden, stelt Chamalaun. “In de   tionele wijze, de andere volgens het EDI-principe. Die
            meeste lesmethoden worden grammatica en spelling    laatste groep presteerde duidelijk beter.
            als losse onderdelen behandeld, terwijl aandacht voor de      Chamalauns onderzoeksbeurs duurt nog één jaar. In
            relatie daartussen juist leidt tot een betere spelling. Als   die laatste fase wil hij kijken naar d/t-fouten in Twitter-
            je het grammaticaal bewustzijn vergroot, vermindert de   berichten. “We hebben al gezien dat mensen later op de
            druk op het geheugen, dat er anders voor zorgt dat je de   dag meer van zulke fouten maken in tweets, dus ver-
            vaakst voorkomende variant kiest.”               moeidheid speelt ook een rol. Nu wil ik nog kijken of
                                                             lezers die fouten ook zien en of dezelfde effecten daarbij
      ONZE TAAL 2019  —  12  In zijn onderzoek probeerde Chamalaun dit te bereiken     geven. In de media wordt vaak vrij negatief over het vak
            KINDERACHTIG
                                                             een rol spelen.”
                                                               En daarna? “Hierna blijf ik met heel veel plezier les-
            met behulp van een nieuwe aanpak, gebaseerd op Expli-
            ciete Directe Instructie (EDI): “Hierbij volgt de docent
                                                             Nederlands gesproken. Alsof we alleen maar met ver-
                                                             plichte leeslijsten en signaalwoorden voor het examen
            met zijn klas een vast stramien van uitleggen, voordoen,
            samen doen en zelf doen. Met kleine stapjes, waarbij alle
                                                             bezig zijn, maar dat is een karikatuur. Leraar Nederlands
            leerlingen actief meedoen. In het basisonderwijs wordt
                                                             te blijven bij de academische wereld. “Deze beurs biedt
            deze methode al vrij veel gebruikt.” De leerlingen schrij-
                                                             een geweldige kans om wetenschap meer in het onder-
            ven hun antwoord tijdens de instructie steeds op een   is het mooiste beroep dat er is.” Wel hoopt hij betrokken
            wisbordje of een A4’tje dat in een plastic hoesje zit,    wijs te brengen. Dat wil ik blijven doen; hopelijk houd ik
   30       zodat de leerkracht makkelijk kan controleren of alle   toegang tot al die nieuwe inzichten en publicaties.”   
   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35