Page 27 - OnzeTaal_april2021_HR
P. 27
ONTLEEDMYSTERIES WITTEMAN
Wie ontleden heeft geleerd, denkt misschien dat elke zin
zich daarvoor leent. Maar nog niet alle raadsels zijn opgelost.
Wat is er toch
met met?
Bedijen
ommige woordgroepen zijn best ingewik-
keld, maar gelukkig is er eentje die heel een-
S voudig in elkaar zit: de woordgroep met een
voorzetsel. Dat is gewoon een woordgroep met een et leuke van kinderen hebben is dat je ze zo
zelfstandig naamwoord als kern, bijvoorbeeld de fijn kunt pesten, liefst met hun eigen midde-
houten tafel, en daar zet je dan een voorzetsel voor, H len. Die straattaal bijvoorbeeld. Mijn jongens
bijvoorbeeld naast, en je krijgt ‘naast de houten zitten op het gymnasium, tussen de grachtengordel-
tafel’. Niks moeilijks aan. Hooguit kun je dat voor- kindertjes, maar ze praten alsof ze zijn geboren en ge-
zetsel nog nader bepalen met een maat (‘ander- togen in de asfaltjungle. Bij de gewoonste Nederlandse
halve meter naast de houten tafel’), of een graad woorden als treefje, nestel, goegemeente of erbarmen
(‘te ver naast de houten tafel’), maar dan heb je het kijken ze me aan of ik gek ben, maar ze spreken wel
ook wel gehad met de complexiteit. Totdat je het Arabisch, Surinaams en Papiaments, niet vloeiend
voorzetsel met gaat bekijken. misschien, maar wel allemaal door elkaar.
Woordgroepen met met kunnen afwijken van Omdat ik handig ben met talen, pik ik die woorden
alle andere voorzetselgroepen. Zo heb je bijvoor- snel op. En niets is erger voor tieners dan een moeder
beeld ‘met de nieuwe aanwinst in de spits’ (‘Sparta die hun taal spreekt. “Hoe was de leipe fissa bij Frede-
speelde met de nieuwe aanwinst in de spits’). Dat rik-Jan, kil?”, zeg ik dan. “Tantoe veel bieries ge-
lijkt een gewone woordgroep, net als ‘op de nieuwe downd? Jonkootjes geklapt? Kk-harde rwina gezet?
aanwinst in de spits’ (‘Sparta was trots op de nieu- Die arme moeder van Frederik-Jan zjnoen gegeven,
we aanwinst in de spits’) – maar wacht: bij met kun asehbi?”, en zo ga ik voort, terwijl mijn zoons met
je ook zeggen ‘Sparta speelde met in de spits de hun handen over hun oren gillend de kamer uit ren-
nieuwe aanwinst.’ En dat kan niet bij op: ‘Sparta nen. Heerlijk.
was trots op in de spits de nieuwe aanwinst.’ En Van de weeromstuit durven ze in mijn nabijheid
eigenlijk kan het bij geen enkel ander voorzetsel; steeds minder straattaal te spreken. Ze weten dat ik
‘De krant schreef over in de spits de nieuwe aan- elk woord oppik en tegen ze zal gebruiken. Zo zat ik
winst’ kan bijvoorbeeld ook niet. Alleen bij met gisteren met mijn oudste zoon in de auto. Autorijden
(en oké, ook bij zonder). kan ik niet (al heb ik wél een rijbewijs, maar dat is een
Het lijkt erop dat er achter met een soort mini- misverstand), dus hij zat achter het stuur.
zinnetje zonder werkwoord staat. ‘Met de nieuwe We voerden een levendig gesprek, waarbij hij dat
aanwinst in de spits’ betekent zoveel als ‘De nieu- malle jargon van zijn generatie telkens net op tijd
we aanwinst was opgesteld in de spits.’ Dat kun je terugslikte. Hij vertelde over een “leipe fis … gezellig
in een zin ook omkeren: ‘In de spits was de nieuwe feest, waarbij tant …heel veel eh …” Toen werden we
aanwinst opgesteld.’ van rechts ingehaald door een onstuimig jongmens
Nu is in de spits een plaatsbepaling, maar je kunt op een scooter. Het kwam net niet tot een botsing en
daar ook een eigenschap (of toestand) hebben, mijn zoon maakte gebaren van intimiderende aard
bijvoorbeeld ‘met de nieuwe aanwinst in vorm’, door het raampje.
of ‘met de nieuwe aanwinst geblesseerd’ (‘Met de “Even die klootzak bedijen”, zei mijn zoon. Kloot-
nieuwe aanwinst geblesseerd kan Sparta het linker- zak, prima, daar is geen woord Frans bij. “Maar wat is
rijtje wel vergeten’). En die laatste kun je dan weer in godsnaam bedijen?”, vroeg ik. Met een superieur
niet omkeren (‘met geblesseerd de nieuwe aan- lachje keek mijn zoon op mij neer. “Mama,” zei hij,
winst’). Waarom niet? Niemand die het weet. “bedijen? Dat is een keurig, Nederlands woord. Het
Hoe zit die woordgroep met met dan in elkaar? betekent iets tussen ‘imponeren’ en ‘bedreigen’ in.
De schoolgrammatica heeft daar geen oplossing En dát ken jij niet? Je moest je schamen.”
voor. Je kunt niet in de spits of geblesseerd als een Ik kromp ineen. Nooit van bedijen gehoord. Het
gewone bepaling bij de nieuwe aanwinst benoemen, klónk Nederlands, dat wel. Het klonk zelfs middel-
want dat geeft de betekenis niet goed weer. Het is eeuws. Als een ambacht, iets wat uitgeoefend wordt
eerder een soort gezegde (‘de nieuwe aanwinst is door een mandenvlechter of leerlooier. Met behulp
geblesseerd’), maar je zou er een aparte term voor van een foekepot of bullepees. Of zo.
moeten verzinnen. Dat verklaart dan weer niet “Sorry”, piepte ik. “Wat erg! Ik erken mijn feil-
zoveel. baarheid.” ONZE TAAL 2021 — 4
Thuis zocht ik het op. Het bleek tóch Papiaments.
Maar toen ik mijn zoon omstandig wou gaan uitlachen
PETER-ARNO COPPEN was hij alweer weg.
Iemand bedijen, in míȷ´n auto.
SYLVIA WITTEMAN 27