Page 32 - OnzeTaal_april2021_HR
P. 32

Op eigen houtje






                                                                     Waar komt de uitdrukking iets

                                                                     op eigen houtje doen vandaan?
                                                                     Hoezo houtje? Het ligt anders
                                                                     dan meestal wordt aangenomen.


                                                                     HUIB VAN ZIJL

            Ets uit 1779 van Arend Fokke Willemsz. Collectie Rijksmuseum.




                   ls je iets op eigen houtje doet, doe je dat op eigen   Willem Schellinger, zeer waarschijnlijk een oud-zeeman,
                   initiatief en waarschijnlijk alleen. Je hebt er geen   en daarnaast een dichter. Daarin las ik deze regels:
            A toestemming voor gevraagd, en meestal heb je
            het anderen niet eens verteld, en dat had je eigenlijk wél   Wel Mannen goeden dagh al t’saem,
            moeten doen. Maar waar heeft dat houtje betrekking op?   Hoe vaert’t? staet jou het schip wel aen?
            En waar komt de uitdrukking vandaan? Volgens de web-  Het is een Houtje wel gemaeckt.
            site van de Taaladviesdienst van Onze Taal is dat niet
            helemaal duidelijk. Daar staat onder meer:       Dat “houtje” komt terug als hij dicht over zijn vrouw:

               Mogelijk is het houtje hier oorspronkelijk een kerf-  Soo treurt de Tortelduyf in ’t Wout,
               stok(je) waarop schulden werden bijgehouden. Als je   Als ick, die sie mijn Ega vlieden,
               niet kon betalen, werd dat aangegeven door een kerf   Al op een swart getaeckelt Hout:
               te maken op een stokje. Gewoonlijk waren er twee   Maer Godts wil moet in all’s geschieden.
               stokjes, die uit één stuk hout gespleten waren. Het ene
               was voor de schuldeiser (bijvoorbeeld de winkelier),   “Zwart getakeld hout”: wat zou dat betekenen? Hout
               het andere voor degene die de schuld had (de klant).   verwijst naar het schip, en getakeld zal dan staan voor
               De kerfjes op de twee stokjes moesten precies over-  ‘opgetuigd’, en swart voor ‘geteerd’.
               eenkomen; de stokjes werden dan ook alleen gekerfd      De zoektocht ging verder. In De ballingschap van Scipio
               als de twee partijen samen waren. Als een kerfje maar   Afrikanus van J. Bouckart (1658) wordt beschreven hoe
               op één van de stokjes voorkwam, dus alleen ‘op het ei-  iemand “de woeste zee door zwom / Met zwart getakelt
               gen houtje’, was het niet geldig. Van daaruit moet zich   hout”, en ook in diens De nederlaagh van Hannibal, uit
               dan de huidige betekenis van op eigen houtje hebben   hetzelfde jaar, is in een context van zee en scheepvaart
               ontwikkeld: ‘iets doen zonder de ander te raadplegen’.  sprake van “’t zwart getakelt hout”.
                                                                Het ‘houtje’ is daarnaast te vinden in het werk van de
            Deze verklaring kent een eerbiedwaardige traditie. Ze   dichter-diplomaat Constantijn Huygens (1596-1687); in
            gaat terug op het Spreekwoordenboek der Nederlandsche   zijn Cluys-werck blikt hij als tachtiger terug op zijn jeugd:
            taal van P.J. Harrebomée (1861). Maar er is ook een
            andere theorie, volgens F.A. Stoett in zijn Nederlandsche   Van seven duerde dat tot aen mijn negenst Iaer,
            spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden    Uyt was de leererij, en ick swom sonder biesen
            (5e druk 1943). Nogmaals de website van Onze Taal:   Op eigen houtje, schip en goed, winst en verliesen.

               Een andere verklaring is dat het houtje eigenlijk een   TER KAAP
               houten schip is. Bestuurders (zoals de vertegenwoor-  Bewijsplaatsen te over – bijvoorbeeld ook nog in Vrye
               digers van de rederij) hebben veel te zeggen over een   gedachten, over de memorie van den ridder York (1779),
               schip. Als het echter van de kapitein zelf is, staat hij   waarin sprake is van “een Capitein die niet op zyn Eigen
               helemaal ‘op zijn eigen houtje’. Alles wat hij doet, is   houtje ter Kaap vaart, maar met Franschen Koninglyke
               op eigen verantwoording. De winst is voor hem, maar   Commissie voorzien”. Geen wonder dus dat K. ter Laan
               hij is ook aansprakelijk voor verlies en schade. Hieruit   in zijn Nederlandse spreekwoorden/spreuken en zegswijzen
               zou zich dan de betekenis ‘op eigen risico’, ‘voor eigen   (13e dr. 1984) aan de bekende ‘kerfstok’-verklaring “een
      ONZE TAAL 2021  —  4  Helaas geeft Stoett geen argumenten voor deze verkla-  handelde hij dus geheel op eigen gezag”. Het Etymolo-
                                                             geheel andere uitleg” toevoegt: “als een kapitein op een
               verantwoording, rekening’ hebben ontwikkeld.
                                                             eigen schip voer, dan stond hij op zijn eigen houtje en
            ring. Maar ik vond er een paar.
                                                             gisch woordenboek van P.A.F. van Veen en N. van der Sijs
                                                             uit 1997 noemt deze verklaring eveneens.
            ZOEKTOCHT
                                                               Voor mij is het duidelijk: het houtje in op eigen houtje

            Al geruime tijd ben ik bezig uitdrukkingen te verzamelen
            uit de tijd van de zeilvaart, zoals onder veel meer afsteve-
                                                             water in de zee van Nederlandse woorden dan we mis-
            nen en bijdraaien, maar ook achter de hand houden en een   is oorspronkelijk een schip. Er stroomt veel meer zout  
                                                             schien denken.
            slag om de arm houden. Bij een zoektocht stuitte ik op een
    32      boekje uit 1678: ’t Volmaeckte en toe-geruste schip van    Met dank aan Hans Esman.
   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36