Page 23 - OnzeTaal_april2019_HR
P. 23

GESPEEND VAN LOGICA
                                                             Plaatst u zichzelf in een bepaalde traditie?
                                                             “Ik voel verwantschap met kunstenaars die een geheel
                                                             eigen wereld creëren, zoals de negentiende-eeuwse
                                                             karikaturist J.J. Grandville met zijn absurde collages en
                                                             niet-bestaande wezens, of surrealisten als René Magritte,
                   ‘Een warhoofd’ van Armando                die dromen als inspiratiebron gebruikten. Paul van
                                                             Ostaijen, Roland Topor en anders wel Boris Vian, die
                   Een kathedraal langs de buitenmuur beklim-  in zijn boek Het schuim der dagen de spot drijft met tijd-
                   men, dat leek hem wel wat. Het heeft me uren   genoot Jean-Paul Sartre door hem als Jean-Sol Partre op
                   gekost om het uit z’n hoofd te kletsen, uren die   te voeren. En natuurlijk het proza van Daniil Charms,
                   ik beter had kunnen gebruiken.            vol taalvondsten en gespeend van iedere logica, iets wat
                      Net was ik daarmee klaar of hij kwam met   het werk van Armando ook sterk heeft.”
                   een nieuw idee: de zee beklimmen.         Leest u ook ‘gewoon proza’, boeken met een plot?
                     Beklimmen?                              “Moeilijk. Bijna onmogelijk. Ik heb geen ‘zittend gat’,
                      De zee beklimmen?                      zoals wij dat zo mooi zeggen. Ik lees vooral korte dingen:
                      De zee is iets horizontaals, de zee kun je niet   Remco Campert, Kees van Kooten, A.L. Snijders, Jules
                   beklimmen.                                Deelder, Armando ...”
                      O, da’s waar.                          U prees zojuist de taal van uw geboortestreek
                      Ja, wat dan. Een kind. Alweer een kind? Hij   Oostende.
                   had een dochter, die was kattig en bijdehand,   “Ja, die is enorm beeldend. We zeggen bijvoorbeeld van
                   hij wilde nu een dochter die teder en zacht was.  iemand die dik is: ‘Je kud z’n neuze snuutn in ’t vel van
                      Ik ben hoofdschuddend weggegaan, daar had   z’n buuk’, oftewel: ‘Hij kan zijn neus snuiten in de huid
                   hij mij niet voor nodig. En ik ben nooit meer   van zijn buik.’ Dat is toch ongelooflijk! En bij tegenslag:
                   teruggekomen. Met zo’n warhoofd wil ik niets   ‘Je zoel ervan ’n beir in z’n klootn bietn’ (‘Je zou er een
                   te maken hebben.                          beer van in zijn ballen bijten’). Of, als ze iemand lelijk
                                                             vinden: ‘Moestn ze je mule tuschen de klootn van een
                                                             aap hangen, zoen ze zeggen dat het beeste ziek is’
                                                             (‘Indien ze je hoofd tussen de ballen van een aap zouden
                                                             hangen, zouden ze zeggen dat het dier ziek is’). Dat is
                                                             toch van een shakespeareaanse schoonheid?”
                                                             Spreekt dat beeldende aspect u ook aan in het verhaal
                                                             van Armando, of geniet u meer op een taalkundige
                                                             manier van zo’n zee-metafoor?
            Zoals?                                           Kamagurka kijkt me niet-begrijpend aan: “Ik denk niet
            “Wel, er komt een andere werkelijkheid tevoorschijn:   in dat soort termen. Ik zie bij dit gedicht meteen die te
            een waarin je de zee kunt beklimmen. Die horizon is    beklimmen zee voor me.”
            natuurlijk een plat vlak in perspectief, maar als je je die   Zou u ‘Een warhoofd’ kunnen tekenen?
            watermassa nu voorstelt als iets wat boven op het strand   Kamagurka, duidelijk uitgedaagd: “Ik zou moeten begin-
            ligt, dan kun je hem beklimmen ... Je waarneming kan-  nen met tekenen om te weten of het iets wordt.” Met
            telt, je realiseert je ineens dat die zee ook heel diep is.   de opengeslagen bundel in zijn hand rolt hij naar de
            Daarbij stijgt de zeespiegel door de opwarming van de   werktafel. Gebogen rug, één en al concentratie. Na zo’n
            aarde, dus moet je alsmaar hoger en hoger klimmen.   anderhalve minuut legt hij zijn pen neer. De man die de
            Hoe het precies werkt, weet ik ook niet: dat absurdisme,   zee wilde beklimmen, ligt voor dood op het strand, een
            er zijn geen regels.” Grijnzend: “En áls die er zijn, moet   man en een vrouw staan aan weerszijden; hij geschrok-
            je die snel overtreden. Ik heb daar wel feeling voor.”  ken kijkend naar het slachtoffer, zij naar boven turend,
            Had u dat als kind al?                           alsof de zee een hoog gebouw is. We lachen. In nog geen
            “Ja. Ik was als kind tamelijk ongelovig; heb bijvoorbeeld   twee minuten vloeiden taal en beeld samen tot een
            nooit in God geloofd. Je hebt dan al een streepje voor op   echte Kamagurka.                
            kinderen die nog in Sinterklaas geloven. Ik besefte al
            vroeg in wat voor absurde wereld we leven en verwerkte
            dit in verhalen en tekeningen.”
            Uw achternaam Zeebroek doet denken aan de Neder-
            landse plaatsnaam Broek in Waterland, met broek in
            de betekenis van ‘brak water’. Water in water ...
            Waarom koos u, met zo’n prachtige naam, voor een
            pseudoniem?
            “Ik was heel jong toen ik voor de krant begon te teke-
            nen, hooguit vijftien jaar. Mijn vader zei: ‘U kunt toch
            beter een schuilnaam kiezen. Dan kunnen ze u als het
            oorlog wordt niet zo gemakkelijk oppakken.’ In de jaren
            zestig drukte de Eerste Wereldoorlog, meer nog dan de                                                 ONZE TAAL 2019  —  4
            Tweede Wereldoorlog, diep op het collectief Belgisch
            bewustzijn. Jullie speelden cowboy en indiaantje, wij
            speelden Eerste Wereldoorlogje. Mijn grootvader, een
            lieve man die mij grotendeels opvoedde, sprak zelden
            over de Grote Oorlog, maar onlangs kwam ik erachter
            dat hij buitengewoon aangrijpende dingen heeft mee-
            gemaakt.”                                                                                           23
   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28