Wielrennen kwam rond het begin van de twintigste eeuw in gebruik. Rennen is veel ouder. Het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands vermeldt bij rennen een citaat uit 1477: “eyn pert rennen” (‘een paard doen draven’). In de loop van de eeuwen kreeg rennen de betekenis ‘snel lopen, hardlopen’. Weer later ontstond ook de algemenere betekenis ‘zich snel voortbewegen’, op welke manier dan ook.

Toen Van Dale wielrennen voor het eerst opnam, in 1914, kreeg het de omschrijving “rennen op de fiets”, waarin rennen dus nog ‘zich snel voortbewegen’ betekent. Die betekenis van rennen is in de twintigste eeuw kennelijk al snel verdwenen. Sinds 1950 vermeldt Van Dale bij wielrennen de omschrijving “hardrijden op de fiets”. Het woord wielrennen zelf is dus blijven bestaan, maar heeft een iets andere betekenis gekregen.

In de betekenis ‘hardlopen’ is rennen nog steeds tamelijk gebruikelijk.  

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag