Valuta (‘munteenheid’) is oorspronkelijk een enkelvoud met valuta’s als meervoudsvorm. Die meervoudsvorm komt vaak voor, bijvoorbeeld: de markt voor vreemde valuta’s en ‘De euro en de yen zijn harde valuta’s.’

Maar ook valuta is juist als meervoudsvorm. De formuleringen ‘de markt voor vreemde valuta’ en ‘De euro en de yen zijn harde valuta’ zijn dus ook goed.

Dat valuta ook als meervoud in gebruik is gekomen, is niet zo vreemd: het woord doet denken aan woorden als musea en centra, en dat zijn wél meervouden (van museum en centrum). Bovendien wordt valuta vaak zonder lidwoord gebruikt: eigen en andere valuta en harde en zachte valuta. In die combinaties is niet te zien of valuta een enkelvoud of een meervoud is.

Het Woordenboek der Nederlandsche Taal schreef in 1958 al: “valuta’s (...) is ongewoon; meestal blijft het meervoud onveranderd, waarschijnlijk naar analogie van werkelijke meervouden op -a, als bijvoorbeeld honoraria.” In 2015 is naast valuta’s ook valuta als meervoudsvorm in woordenboeken en spellinglijsten terechtgekomen.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.
https://onzetaal.nl/taalloket/vraag-stellen