De eerste theorie over de herkomst van de Radstake is dat een radstake een stok was die in het wiel van een wagen werd gestoken, zodat de wagen niet kon wegrollen als hij ‘geparkeerd’ werd, bijvoorbeeld bij een herberg. Het probleem met deze verklaring is dat radstake in deze betekenis niet terug te vinden is. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal vermeldt wel radsparre, radsperre: “remketting of remspaak waarmee een achterwiel van een wagen die van een helling afrijdt, wordt vastgezet. Verouderd.”

De tweede theorie is dat er een verband bestaat met een plaats waar executies op het rad werden voltrokken. In het boek Oost-Nederlandse familienamen staat: “Een radstaak was een paal of staak met daarbovenop een wiel of rad, waarop men het lijk van een misdadiger legde nadat men hem eerst alle ledematen gebroken had. De procedure staat bekend als radbraken, waarin braken een oude vorm van breken is; we kennen nog de uitdrukking voor galg en rad opgroeien. De herberg zal bij zo’n voormalige gerechtsplaats gelegen hebben; er stond er ook een tussen Winterswijk en Vreden.” In het boek De Nederlandsche volkskarakters staat: “de Radstake, een oeroude herberg dicht bij een richtplaats in ’t Zwarte ven, waar waarschijnlijk rad en staak werden geborgen”.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.
https://onzetaal.nl/taalloket/vraag-stellen