Halloween is een feest dat vooral in Amerika populair is, maar hoe langer hoe meer ook in Nederland gevierd wordt: een feest met pompoenen waarin enge gezichten worden uitgesneden, met mensen die ‘eng’ verkleed gaan (als heks of skelet bijvoorbeeld) en waarbij kinderen de deuren langsgaan om om snoep te vragen. Halloween vindt plaats op 31 oktober, de avond voor Allerheiligen, de feestdag ter ere van alle heiligen. In het Engels heette Allerheiligen vroeger All Hallows; tegenwoordig heet het All Saints’ Day.

Al voor de christelijke tijd kwamen eind oktober volgens het Keltische volksgeloof geesten van overledenen ‘nieuwe zielen’ halen onder de levenden. Dat is vermengd met de traditie van Allerzielen (2 november, de herdenking van de in het voorbije jaar gestorvenen) en Allerheiligen (1 november, het eren van de heiligen).

Vooravonden

Er zijn meer tradities die op de vooravond (voorafgaande dag) van een feestdag zijn ontstaan: de sinterklaasviering op 5 december (Sinterklaas is 6 december jarig) en de avond voor Kerst (24 december; 25 december is Eerste Kerstdag).

Hallow is een verouderd Engels woord voor ‘heilig’; tegenwoordig is holy het gewoonst. Maar sinds het boek Harry Potter and the Deathly Hallows verscheen, is dit oude woord weer bij veel mensen bekend geraakt.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Lees ook

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag