Schrijf je onze munteenheid als euro of als Euro? En spreek je van een bedrag in euro/Euro of van een bedrag in euro’s/Euro’s’?
Goed is: euro (met een kleine letter). In een bedrag in euro’s heeft het meervoud euro’s de voorkeur boven het enkelvoud euro.
Munteenheden krijgen een kleine letter: euro, dollar, pond, kroon, enz. Bij de munteenheid euro kun je twijfelen, omdat het een verkorting is van Europees, een afleiding van de aardrijkskundige eigennaam Europa. Deze eigennaam speelt echter geen rol in de aanduiding van de munt. Ook andere (virtuele) valuta-aanduidingen, onder meer cryptovaluta, krijgen kleine letters: bitcoin, ethereum, ripple, enz.
Samenstellingen en afleidingen met euro schrijf je eveneens met een kleine letter: euromunt, eurogebied, eurootje, euroïseren, enz. (zie ook deze pagina). In samenstellingen als euro-obligatie, euro-inflatie en euro-unie is een streepje verplicht (zie deze pagina over klinkerbotsing).
Een bedrag in euro/euro’s
Direct na een voorzetsel staat de munteenheid vrijwel altijd in het meervoud. Bijvoorbeeld:
- een bedrag in euro’s/dollars/guldens/yens/marken/franken/kronen
- omwisselen voor/tegen dollars
- omrekenen naar roebels
In België wordt doorgaans echter gesproken van een bedrag in euro, iets omrekenen in yen, een betaling in pond, enz. Alleen kroon staat na een voorzetsel ook in België altijd in het meervoud: een bedrag in kronen, omrekenen naar kronen, enz.
Overgaan op de euro
Als het lidwoord de tussen het voorzetsel en de munteenheid staat, is alleen het enkelvoud gangbaar: overschakelen op de dollar, Slovenië is overgegaan op de euro.
25 euro
Als er vóór euro een getal staat, wordt gewoonlijk het enkelvoud gebruikt: ‘Dat kostte 25 euro’, ‘Ik moest een bedrag van 25 euro betalen.’ Alleen als het heel duidelijk om munten van 1 euro gaat, kan na een getal wel een meervoud volgen: ‘Hij gaf mij drie (losse) euro’s.’
Als je een bedrag van € 15,50 ziet staan, spreek je dat uit als ‘vijftien euro en vijftig cent’ of ‘vijftien euro vijftig’. Je hoeft niet te spreken van ‘eurocent’, omdat uit de vermelding ‘vijftien euro’ en uit het feit dat de euro al jaren de enige officiële munteenheid is, al afgeleid kan worden dat het om eurocenten gaat. Je kunt dus gerust spreken van ‘een blikje frisdrank van vijftig cent’. Het is zeker niet nodig nadrukkelijk van ‘vijftig eurocent’ te spreken.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!
Toch nog een vraag?
Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.
https://onzetaal.nl/taalloket/vraag-stellen