Engelse werkwoorden met een j (Nederlandse vervoeging)
werkwoord | betekenis | onvoltooid tegenwoordige tijd |
onvoltooid verleden tijd |
voltooid deelwoord |
jailbreaken | bestandssysteem van iPod of iPhone openbreken | ik jailbreak, jij/hij jailbreakt | jij/hij jailbreakte | gejailbreakt |
jammen | improviseren | ik jam, jij/hij jamt | jij/hij jamde | gejamd |
jazzdancen | dansen op jazzmuziek | ik jazzdance, jij/hij jazzdancet | jij/hij jazzdancete | gejazzdancet |
jetgrouten | bepaalde techniek toepassen bij het verstevigen van funderingen | ik jetgrout, jij/hij jetgrout | jij/hij jetgroutte | gejetgrout |
jetskiën | met een waterscooter varen | ik jetski, jij/hij jetskiet | jij/hij jetskiede | gejetskied |
jetten | met een waterscooter varen | ik jet, jij/hij jet | jij/hij jette | gejet |
jiggen | vissen met kunstaas aan een lange lijn | ik jig, jij/hij jigt | jij/hij jigde | gejigd |
jinxen | onheil afroepen (over) | ik jinx, jij/hij jinxt | jij/hij jinxte | gejinxt |
jitterbuggen | de jitterbug dansen | ik jitterbug, jij/hij jitterbugt | jij/hij jitterbugde | gejitterbugd |
jiven | de jive dansen | ik jive, jij/hij jivet | jij/hij jivede | gejived |
jobben | bijklussen | ik job, jij/hij jobt | jij/hij jobde | gejobd |
jobhoppen | vaak van baan veranderen | ik jobhop, jij/hij jobhopt | jij/hij jobhopte | gejobhopt |
jobsearchen | naar een baan zoeken | ik jobsearch, jij/hij jobsearcht | jij/hij jobsearchte | gejobsearcht |
jobshoppen | telkens op zoek zijn naar een betere baan | ik jobshop, jij/hij jobshopt | jij/hij jobshopte | gejobshopt |
jobtracken | carrière maken | ik jobtrack, jij/hij jobtrackt | jij/hij jobtrackte | gejobtrackt |
jogglen | stalen platen buigen | ik joggle, jij/hij jogglet | jij/hij jogglede | gejoggled |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: joggelen | ik joggel, jij/hij joggelt | jij/hij joggelde | gejoggeld | |
joggen | hardlopen als ontspanning | ik jog, jij/hij jogt | jij/hij jogde | gejogd |
joinen | zich ergens bij aansluiten, m.n. in computerspel | ik join, jij/hij joint | jij/hij joinde | gejoind |
joken | grapjes maken | ik joke, jij/hij joket | jij/hij jokete | gejoket |
joyriden | een plezierrit maken in een gestolen voertuig | ik joyride, jij/hij joyridet | jij/hij joyridede | gejoyrided |
jugglen | scratchen op de beat van de muziek | ik juggle, jij/hij jugglet | jij/hij jugglede | gejuggled |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: juggelen | ik juggel, jij/hij juggelt | jij/hij juggelde | gejuggeld | |
jumpen | bepaalde dans op housemuziek uitvoeren | ik jump, jij/hij jumpt | jij/hij jumpte | gejumpt |
jumpstylen | bepaalde dans op housemuziek uitvoeren | ik jumpstyle, jij/hij jumpstylet | jij/hij jumpstylede | gejumpstyled |
junken | junkfood eten | ik junk, jij/hij junkt | jij/hij junkte | gejunkt |
Toch nog een vraag?
Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar
Bel 085 00 28 428(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)
Of stel je vraag via social media of per mail