Engelse werkwoorden met een f (Nederlandse vervoeging)
werkwoord | betekenis | onvoltooid tegenwoordige tijd |
onvoltooid verleden tijd |
voltooid deelwoord |
facebooken | actief zijn op Facebook | ik facebook, jij/hij facebookt | jij/hij facebookte | gefacebookt |
faceliften | cosmetisch (laten) verfraaien; moderniseren | ik facelift, jij/hij facelift | jij/hij faceliftte | gefacelift |
facen | onder ogen zien | ik face, jij/hij facet | jij/hij facete | gefacet |
facetimen | een gesprek voeren via Facetime | ik facetime, jij/hij facetimet | jij/hij facetimede | gefacetimed |
factchecken | afzender en achtergrond van berichten onderzoeken voor ze als nieuws te presenteren | ik factcheck, jij/hij factcheckt | jij/hij factcheckte | gefactcheckt |
faden | vervagen | ik fade, jij/hij fadet | jij/hij fadede | gefaded |
fairshoppen | fairtradeproducten kopen | ik fairshop, jij/hij fairshopt | jij/hij fairshopte | gefairshopt |
faken | doen alsof | ik fake, jij/hij faket | jij/hij fakete | gefaket |
fancyen | leuk vinden | ik fancy, jij/hij fancyt | jij/hij fancyde | gefancyd |
farshoren | werkzaamheden in verre (lagelonen)landen laten uitvoeren | ik farshore, jij/hij farshoret | jij/hij fareshorede | gefarshored |
faven | als 'favoriet' markeren | ik fave, jij/hij favet | jij/hij favede | gefaved |
favoriten | als 'favoriet' markeren | ik favorit, jij/hij favorit | jij/hij favoritte | gefavorit |
faxen | per fax verzenden | ik fax, jij/hij faxt | jij/hij faxte | gefaxt |
featherbedden | verwennen | ik featherbed, jij/hij featherbedt | jij/hij featherbedde | gefeatherbed |
feedbacken | terugkoppelen | ik feedback, jij/hij feedbackt | jij/hij feedbackte | gefeedbackt |
feeden | je partner vetmesten | ik feed, jij/hij feedt | jij/hij feedde | gefeed |
fetchen | een dataset uit een bestand selecteren en ophalen | ik fetch, jij/hij fetcht | jij/hij fetchte | gefetcht |
fielden | in het veld spelen | ik field, jij/hij fieldt | jij/hij fieldde | gefield |
fietscrossen | meedoen aan een terreinwedstrijd voor fietsen | ik fietscross, jij/hij fietscrosst | jij/hij fietscrosste | gefietscrosst |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: | ik fietscros, jij/hij fietscrost | jij/hij fietscroste | gefietscrost | |
filen | opslaan | ik file, jij/hij filet | jij/hij filede | gefiled |
fillen | vullen (bij digitaal bewerken) | ik fill, jij/hij fillt | jij/hij fillde | gefilld |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: | ik fil, jij/hij filt | jij/hij filde | gefild | |
financen | financieren | ik finance, jij/hij financet | jij/hij financete | gefinancet |
finetunen | precies afstellen/afspreken | ik finetune, jij/hij finetunet | jij/hij finetunede | gefinetuned |
finishen | over de eindstreep komen | ik finish, jij/hij finisht | jij/hij finishte | gefinisht |
fingerpainten | vingerverven | ik fingerpaint, jij/hij fingerpaint | jij/hij fingerpaintte | gefingerpaint |
fisten | vuistneuken | ik fist, jij/hij fist | jij/hij fistte | gefist |
fistfucken | vuistneuken | ik fistfuck, jij/hij fistfuckt | jij/hij fistfuckte | gefistfuckt |
fitnessen | conditietraining doen | ik fitness, jij/hij fitnesst | jij/hij fitnesste | gefitnesst |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: | ik fitnes, jij/hij fitnest | jij/hij fitneste | gefitnest | |
fixen | spuiten; bij matchfixing betrokken zijn | ik fix, jij/hij fixt | jij/hij fixte | gefixt |
flaggen | markeren | ik flag, jij flagt | jij/hij flagde | geflagd |
flamen | schelden (bij communicatie via internet) | ik flame, jij/hij flamet | jij/hij flamede | geflamed |
flashbacken | teruggaan naar iets wat eerder gebeurd is | ik flashback, jij/hij flashbackt | jij/hij flashbackte | geflashbackt |
flashen | software bijwerken; beetnemen; even een bloot lichaamsdeel laten zien | ik flash, jij/hij flasht | jij/hij flashte | geflasht |
flashforwarden | vooruitkijken | ik flashforward, jij/hij flashforwardt | jij/hij flashforwardde | geflashforward |
flashmobben | op afspraak bij elkaar komen, iets onverwachts doen en dan weer uiteengaan | ik flashmob, jij/hij flashmobt | jij/hij flashmobde | geflashmobd |
fleetracen | (van zeil-, roeiboten) met het gehele deelnemersveld een wedstrijd varen | ik fleetrace, jij/hij fleetracet | jij/hij fleetracete | gefleetracet |
fletcheren | voedsel langdurig kauwen | ik fletcher, jij/hij fletchert | jij/hij fletcherde | gefletcherd |
flippen | verkeerd reageren op drugs; mislukken | ik flip, jij/hij flipt | jij/hij flipte | geflipt |
flirten | speels het hof maken; spelen met | ik flirt, jij/hij flirt | jij/hij flirtte | geflirt |
flitsdaten | groepsgewijs mogelijke partners keuren | ik flitsdate, jij/hij flitsdatet | jij/hij flitsdatete | geflitsdatet |
floaten | in een cabine met zout water drijven | ik float, jij/hij float | jij/hij floatte | gefloat |
flooden | met berichten/informatie overspoelen | ik flood, jij/hij floodt | jij/hij floodde | geflood |
floppen | mislukken | ik flop, jij/hij flopt | jij/hij flopte | geflopt |
flossen | gebit behandelen met tandzijde | ik floss, jij/hij flosst | jij/hij flosste | geflosst |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: | ik flos, jij/hij flost | jij/hij floste | geflost | |
flowboarden | met een flowboard skaten of surfen | ik flowboard, jij/hij flowboardt | jij/hij flowboardde | geflowboard |
flowen | het hof maken | ik flow, jij/hij flowt | jij/hij flowde | geflowd |
fluffen | oppoetsen, opfrissen; de penis van een pornoacteur stijf houden | ik fluf, jij/hij fluft | jij/hij flufte | gefluft |
flushen | versturen | ik flush, jij/hij flusht | jij/hij flushte | geflusht |
flutteren | trillen; jengelen | ik flutter, jij/hij fluttert | jij/hij flutterde | geflutterd |
focussen | in het middelpunt plaatsen; concentreren; zich richten | ik focus, jij/hij focust | jij/hij focuste | gefocust |
folden | kaarten delen | ik fold, jij/hij foldt | jij/hij foldde | gefold |
followen | volgen op Twitter | ik follow, jij/hij followt | jij/hij followde | gefollowd |
formatten | een computerschijf geschikt maken voor gebruik | ik format, jij/hij format | jij/hij formatte | geformat |
forwarden | doorsturen | ik forward, jij/hij forwardt | jij/hij forwardde | geforward |
fosteren | financieel ondersteunen | ik foster, jij/hij fostert | jij/hij fosterde | gefosterd |
fotofucken | foto's digitaal manipuleren | ik fotofuck, jij/hij fotofuckt | jij/hij fotofuckte | gefotofuckt |
fotoshoppen (ook: photoshoppen) | foto's bewerken met een computerprogramma | ik fotoshop, jij/hij fotoshopt | jij/hij fotoshopte | gefotoshopt |
foxtrotten | de foxtrot dansen | ik foxtrot, jij/hij foxtrot | jij/hij foxtrotte | gefoxtrot |
fracken | ondergrondse steenlagen breken | ik frack, jij/hij frackt | jij/hij frackte | gefrackt |
framen | construeren | ik frame, jij/hij framet | jij/hij framede | geframed |
franchisen | als franchisenemer/-gever optreden | ik franchise, jij/hij franchiset | jij/hij franchisede | gefranchised |
freaken | zich uitleven | ik freak, jij/hij freakt | jij/hij freakte | gefreakt |
freebasen | bewerkte cocaïne roken | ik freebase, jij/hij freebaset | jij/hij freebasede | gefreebased |
freefighten | vechten met weinig regels (als sport) | ik freefight, jij/hij freefight | jij/hij freefightte | gefreefight |
freelancen | zonder vast dienstverband werken | ik freelance, jij/hij freelancet | jij/hij freelancete | gefreelancet |
freeriden | buiten een vaste piste skiën, snowboarden, skateboarden, enz. | ik freeride, jij/hij freeridet | jij/hij freeridede | gefreerided |
freerunnen | hardlopen met hindernissen (niet op een uitgezet parcours) | ik freerun, jij/hij freerunt | jij/hij freerunde | gefreerund |
freestylen | improviseren | ik freestyle, jij/hij freestylet | jij/hij freestylede | gefreestyled |
freewheelen | laten voortbewegen zonder iets te doen, kalm aan doen | ik freewheel, jij/hij freewheelt | jij/hij freewheelde | gefreewheeld |
freezen | verstijven | ik freeze, jij/hij freezet | jij/hij freezede | gefreezed |
frisbeeën | met een frisbee gooien | ik frisbee, jij/hij frisbeet | jij/hij frisbeede | gefrisbeed |
fronten | bij het beleggen uitgaan van voorkennis | ik front, jij/hij front | jij/hij frontte | gefront |
frontloaden | veel producten aan de detailhandel slijten | ik frontload, jij/hij frontloadt | jij/hij frontloadde | gefrontload |
ftp'en | via file transfer protocol naar een andere computer overbrengen | ik ftp, jij/hij ftp't | jij/hij ftp'de | ge-ftp'd |
fucken | klieren; pesten; voor de gek houden | ik fuck, jij/hij fuckt | jij/hij fuckte | gefuckt |
fundraisen | fondsen werven | ik fundraise, jij/hij fundraist | jij/hij fundraisde | gefundraisd |
In de officiële spelling: | ik fundraise, jij/hij fundraiset | jij/hij fundraisede | gefundraised | |
funshoppen | winkelen als hobby | ik funshop, jij/hij funshopt | jij/hij funshopte | gefunshopt |
Toch nog een vraag?
Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar
Bel 085 00 28 428(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)
Of stel je vraag via social media of per mail