Waarom heeft ei het meervoud eieren en niet eien?
Eieren is een vrij uitzonderlijke vorm, omdat het al zo’n oud woord is.
Verreweg de meeste Nederlandse woorden hebben een meervoud op -s of -en. Woorden met een meervoud op -eren, zoals eieren, kinderen, runderen en lammeren, zijn allemaal oude woorden.
Langgeleden hadden deze woorden een meervoud op -er: eier, kinder, lammer, enzovoort. In het Duits zie je dat nog steeds: Eier, Kinder, Lämmer; en ook verschillende dialecten en streektalen kennen bijvoorbeeld eier en kinder als meervoudsvorm van ei en kind.
In het algemene Nederlands werden eier en kinder op zeker moment niet meer herkend als meervoud. Daarom ging men achter deze meervoudsvorm op -er ook nog eens de gebruikelijke meervoudsuitgang -en zetten, wat tot de vormen eieren, kinderen, enz. heeft geleid. Zo’n dubbel meervoud noem je een ‘stapelmeervoud’. Zie het tabblad ‘Voorbeelden’ voor meer stapelmeervouden op -eren.
Verkorte stapelmeervouden: kleren en blaren
Een speciaal geval is kleren: dit is een verkorting van het stapelmeervoud klederen, dat dus (via de oude vorm kleder) het meervoud is van kleed. Kleed had ooit als hoofdbetekenis ‘kledingstuk’.
Ook wordt bladeren soms verkort tot blaren, maar dat meervoud is verouderd. Bij blaren denken de meeste mensen nu aan het meervoud van blaar.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!
De bekendste woorden met een meervoud op -eren zijn:
- been - beenderen (in de betekenis ‘botten’)
- blad - bladeren (in de biologische betekenis ‘blad van een boom, plant e.d.’)
- ei - eieren
- gelid - gelederen
- gemoed - gemoederen
- goed - goederen
- hoen - hoenderen (en daarnaast hoenders)
- kalf - kalveren
- kind - kinderen (ook wel: kinders)
- lam - lammeren
- lied - liederen
- rad - raderen
- rund - runderen
- volk - volkeren (maar volken kan ook)
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!