In de vijftiende eeuw was de Duitse plaats Einbeck, in het huidige Nedersaksen, de beroemdste brouwersstad van Europa. Het Einbecker bier was een begrip op zichzelf. Zo kon het gebeuren dat de relatie met de plaatsnaam Einbeck bij steeds meer mensen in de vergetelheid raakte. Er ontstonden daardoor ook verbasteringen als Aimbock-, Ambock- of Oanbockbier. Later werd eim/aim/am/oan opgevat als lidwoord en losgekoppeld van het woord. Bock werd begrepen als de diernaam bok. Bockbier kwam voor het eerst in 1843 in een Nederlandse krant voor: “(...) het bockbier, dat alleen in het bocksaizoen zoo veel gedronken wordt.”

Bockbier is dus ontstaan door het verschijnsel dat volksetymologie genoemd wordt. Dat wil zeggen dat een woord zoals we dat in zijn huidige vorm kennen, is ontstaan doordat de eigenlijke herkomst niet meer begrepen werd, en de taalgebruikers een wél bekend woord ermee associeerden. Een ander voorbeeld van volksetymologie is hangmat (eigenlijk Spaans: hamaca).

Officieel is alleen bockbier juist, maar de schrijfwijze bokbier komt vaak voor – vooral in merknamen.

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag