Het verschil tussen bijvoorbeeld rauw (‘ongekookt’) en rouw (‘verdriet na een overlijden’) is alleen te verklaren als je de herkomst van deze woorden bekijkt. Rauw is te herleiden tot een oeroud woord hrawa (‘ongekookt’), en rouw tot een oeroud woord hreuwa (‘bedroefd’). Rauw is trouwens verwant met het Engelse raw, en rouw is verwant met het Engelse rue (‘berouw, verdriet’).

Als je een dialect spreekt of Engels kent, zie je soms overeenkomsten. Als je een woord in het dialect of in het Engels uitspreekt met ‘ol’, dan krijgt het in het Nederlands ou en niet au. Helaas werkt dat vrijwel alleen voor bekende woorden als oud, goud en schouder, waar toch al bijna niemand over twijfelt; het gaat niet op voor de écht lastige gevallen als landauer, lauwerkrans, gewauwel, flambouw, houwitser, ouwel en wenkbrauw.

Er wordt weleens gezegd: als je het echt niet weet en je moet gokken, schrijf dan ou. De ou komt namelijk het meest voor in het Nederlands. Maar helemaal aan het begin van een woord is het bijna altijd au: aubade, augurk, aureool, auto (uitzondering: oubollig).

Hieronder staan een paar lastige gevallen:

dauw (druppels) douw (duw)
gauw (vlug) gouw (gewest)
kauw (vogel), zoetekauw kou (lage temperatuur)
lauw (halfwarm) lou loene (mispoes)
gelauwerd (geëerd) gelouterd (verbeterd, ervaren)
mauw (poezengeluid) mouw (kleding)
nabauwen (na-apen) nabouwen (namaken)
nauw (smal) nou (nu, tjonge)
rauw (ongekookt, ruw) rouw (treurnis)
wauw (uitroep) wouw (vogel)
wenkbrauw (boven je oog) brouwen, brouwer (van bier)

Een bijzonder geval is rauwdouwer/rouwdouwer: dit zijn spellingvarianten. Zowel rauwdouwer als rouwdouwer is officieel juist.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag