Nederlandse provincies
DR = Drenthe
FL = Flevoland
FR = Friesland
GD = Gelderland
GR = Groningen
LB = Limburg
NB = Noord-Brabant
NH = Noord-Holland
OV = Overijssel
UT = Utrecht
ZH = Zuid-Holland
ZL = Zeeland

Belgische provincies
ANT = Antwerpen
HAI = Henegouwen (Hainaut)
LIE = Luik (Liège)
LIM = Limburg
LUX = Luxemburg
NAM = Namen
OVL = Oost-Vlaanderen
VBR = Vlaams-Brabant
WBR = Waals-Brabant
WVL = West-Vlaanderen

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag