Verschalen: ‘frisheid verliezen’

Als ergens de lucht van verschaald bier of verschaalde wijn hangt, is dat niet erg prettig: dan hangt er ergens een zurige, muffe lucht. Het werkwoord verschalen betekent ‘geur en smaak verliezen’, ‘zijn frisheid verliezen’. Bier en wijn hebben een zurige smaak/geur als ze verschaald zijn. Verschalen gaat terug op het Duitse bijvoeglijk naamwoord schal, dat ‘dor’ betekende.

Verschralen: ‘schraal worden’

Het werkwoord verschralen (met een r na de sch) betekent ‘schraal worden’ of ‘schraler worden’. Bijvoorbeeld: ‘De zorg verschraalt’ en ‘Het aanbod is verschraald.’ Schraal betekent eigenlijk ‘mager’; het is verwant met schriel (‘mager, gierig’). Omdat verschralen bekender is dan verschalen hoor en lees je geregeld verschraald bier. De woordenboeken van Van Dale nemen verschraald bier al op als variant van verschaald bier.

Dat is wel te verklaren als je de betekenisontwikkeling van het bijvoeglijk naamwoord schraal bekijkt. Naast ‘mager, niet vet’ heeft het betekenissen ontwikkeld als ‘armoedig’ (een schrale maaltijd), ‘ruw en pijnlijk’ een schrale huid) en ‘koud en droog’ (een schrale wind). Schraal bier is ‘bier dat doodslaat in het glas’. Het is niet zo vreemd dat zo’n biertje dan ook weleens een verschraald biertje wordt genoemd. Vervolgens is de stap naar de lucht van verschraald bier niet zo groot meer.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail