Moet tekort aaneengeschreven worden in ‘Je komt er ogen en oren tekort/te kort’?
Ja, tekort is hier één woord: ‘Je komt er ogen en oren tekort.’
Tekort wordt aan elkaar geschreven als het een zelfstandig naamwoord is:
- Het tekort liep in de miljoenen.
- Hij heeft het tekort op zijn rekening weer aangevuld.
Tekort wordt ook aan elkaar geschreven als het een onderdeel is van de werkwoorden tekortkomen, tekortdoen en tekortschieten:
- De verspringer kwam een halve centimeter tekort voor een nieuw wereldrecord.
- Zij is vroeger niets tekortgekomen.
- We kwamen handen tekort om iedereen van een drankje te voorzien.
- Hij deed zijn moeder tekort.
- Zij voelt zich nogal snel tekortgedaan.
- Doe jezelf niet tekort!
- Het is gebleken dat de helpdesk soms tekortschiet.
- Mijn topografische kennis schiet hopeloos tekort.
De combinaties te kort zijn en te kort hebben, waarin te kort ‘te weinig’ betekent, worden los geschreven:
- Er is duizend euro te kort in de kas.
- Ik heb weer eens messen en vorken te kort.
- Ik had handen te kort om al mijn aankopen te dragen.
De betekenis ‘te weinig’ is in de vaste combinaties tekortkomen, tekortdoen en tekortschieten op de achtergrond geraakt; deze werkwoorden hebben een eigen betekenis ontwikkeld en worden daarom aan elkaar geschreven.