Met integendeel kun je de mededeling van iemand anders ontkennen. Integendeel kondigt dan aan dat de ene persoon de ander gaat tegenspreken. Bijvoorbeeld:

  • Persoon A: Ik vind dat een goede regeling.
    Persoon B: Integendeel: die regeling is juist erg oneerlijk!
  • Persoon A: Denk jij ook dat onze functie straks niet meer nodig is?
    Persoon B: Integendeel, er is juist een belangrijke rol voor ons weggelegd!
  • Persoon A: Zit je me nou uit te lachen?
    Persoon B: Integendeel, ik vind dat je slimme dingen zegt.

Een tweede mogelijkheid is dat iemand zélf vervolgt met integendeel. Dat kan alleen als de gedane mededeling een ontkenning bevat, bijvoorbeeld niet of geen. In dat geval fungeert integendeel niet als een ontkenning van de bewering, maar juist als een versterking daarvan:

  • Ik vind het geen gunstige regeling. Integendeel: de regeling is voor veel mensen erg óngunstig.
  • Zelf een deken haken is niet moeilijk. Integendeel: het is verrassend makkelijk.

Een zin zonder ontkenning kan dus niet gevolgd worden door integendeel. Na een zin als ‘Ik vind dat een gunstige regeling’ kun je niet verder gaan met ‘Integendeel ...’: er is geen ontkenning die je met dat vervolg kunt versterken. 

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail

Hoe komt het dat integendeel soms het tegendeel aankondigt, maar soms juist een versterking?

Allereerst is een vervolg met integendeel te vergelijken met een vervolg met maar: ‘Ik vind het geen aardige man, maar (juist) een erg vervelende vent.’ Ook met maar wordt niet de hele ontkennende zin (‘Het is geen aardige man’) tegengesproken, maar alleen datgene wat ontkend wordt (in dit geval wordt ontkend dat het een aardige man is).

Bovendien zwakt een ontkennende zin een bewering vaak wat af: ‘Ik vind het geen aardige man’ klinkt minder negatief dan ‘Ik vind het een vervelende vent.’ Door zo’n ontkennende zin te vervolgen met integendeel wordt deze zin gecontrasteerd met de bevestigende zin die erop volgt: ‘Ik vind hem een erg vervelende vent.’ Op deze manier wordt een pijnlijke mededeling net iets vriendelijker ingeleid. Een logisch alternatief voor integendeel in deze context zou zijn ‘Sterker nog: ...’ Vreemd genoeg betekenen deze twee schijnbaar tegengestelde uitdrukkingen hier precies hetzelfde.