Elkaars is de bezitsvorm van het wederkerig voornaamwoord elkaar. Het betekent dus ‘van elkaar’.

In de Algemene Nederlandse Spraakkunst staan enkele voorbeeldzinnen met elkaars, zoals:

  • Walter en Maarten aten elkaars boterhammen op.
  • Ze schreven elkaars ouders een brief.

Je komt elkaars ook tegen in uitdrukkingen, zoals:

  • Ze zitten in elkaars vaarwater.
  • De buren zitten te veel op elkaars lip.
  • Die mensen zijn elkaars tegenpolen.
  • De partijen werden in elkaars armen gedreven.

Er bestaat ook een formelere, ouderwetse variant van elkaars: elkanders. Deze variant wordt soms een beetje grappend gebruikt: ‘Laten we elkanders tijd niet verspillen: aan het werk!’

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail