Waarom heet een bitterbal bitterbal?
Vroeger aten de mensen de bitterbal bij een bittertje, een glaasje sterke drank.
Een bitterbal is een kleine, bolvormige, gefrituurde (of in de oven gebakken) snack. Traditioneel bestaan bitterballen uit een stevig paneerlaagje en een vulling van een soort vleesragout, vergelijkbaar met de vulling van kroketten. Er zijn ook vegetarische varianten.
Bitterballen zijn zelf niet bitter. De naam verwijst naar het feit dat ze vroeger gegeten werden als hapje bij een bittertje: een glaasje sterke drank. Er bestaan verschillende soorten bitter(tjes). De meeste bitters bestaan uit jenever of brandewijn waar een bitter element aan is toegevoegd, bijvoorbeeld een kruidenmengsel (kruidenbitter) of bepaalde schillen, zoals sinaasappelschillen (oranjebitter). Bitters zijn net zoiets als likeuren, maar dan minder zoet. Het drinken van ‘een bittertje’ is te beschouwen als de voorloper van ‘de borrel’.
Bitterbal is in 1923 voor het eerst in een krant gebruikt. Op 17 februari 1923 stond in het Algemeen Handelsblad de volgende passage (waaruit meteen een hoop borrelwetenswaardigheden uit die tijd duidelijk worden):
Voor de dames in de groote stad, die de moderne restaurants bezoeken en daar, als zij even aan haar glaasje Voorburg [= soort zoete likeur] hebben genipt, (...) kleine „bitterballetjes” snoepen, zij medegedeeld, dat die bitter- of vleeschballetjes op geheel dezelfde wijze als de bovengenoemde vleeschballetjes worden gemaakt. [Erboven staat namelijk een recept voor vleeskoekjes of vleesballetjes.] Wie thuis, na den afternoontea, een glaasje schenkt: Voorburg of portwijn voor de dames, groene pommeranz of angustora voor de heeren, kan zelf die kleine, ronde vleeschballetjes bereiden.
Hoewel het drinken van bitters sterk in populariteit is afgenomen, is de bitterbal onverminderd populair. In veel horecagelegenheden maken bitterballen deel uit van een zogeheten bittergarnituur, ook vaak borrelgarnituur genoemd.