Vaak - vaker - vaakst en veel - meer - meest betekenen nagenoeg hetzelfde. Ze kunnen dus in veel zinnen allebei gebruikt worden:

  • Hij gaat vaak bij zijn buren op bezoek.
  • Hij gaat veel bij zijn buren op bezoek.
  • Zij is hier vaker geweest.
  • Zij is hier meer geweest.
  • Worden kleine keepers het vaakst gepasseerd?
  • Worden kleine keepers het meest gepasseerd?

Veel - meer - meest is iets algemener, terwijl vaak - vaker - vaakst meer nadruk legt op afzonderlijke gelegenheden of tijdstippen. In de volgende zinnen is daarom vaak - vaker - vaakst duidelijk het best:

  • Ik ben deze week heel vaak bij de buren langsgegaan.
  • Ik heb vaker meegedaan dan jij.
  • Wie heeft het vaakst meegedaan?

Daarnaast is alleen vaak genoeg juist (‘Ik heb het je vaak genoeg gezegd’); veel genoeg is niet mogelijk.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail