Wanneer zet je een komma voor die of dat?
Dat hangt af van het soort bijzin dat volgt op die of dat. Voor een uitbreidende bijzin, die extra informatie geeft, staat een komma. Die bijzin zou bij wijze van spreken ook tussen haakjes kunnen staan.
Om te kunnen bepalen of je een komma moet zetten voor de betrekkelijke voornaamwoorden die en dat, moet je weten of de informatie die je daarna geeft ‘extra’ is, of dat het juist belangrijke informatie is om de zin goed te kunnen begrijpen. Als de informatie na die/dat extra is, is het een uitbreidende bijzin. Als de informatie belangrijk is, spreek je van een beperkende bijzin.
Uitbreidende bijzin: komma
In deze zinnen is de komma goed:
- Mijn drie collega’s, die ons nieuwe huis nog geen van allen hebben gezien, komen vanavond eten.
- Het zojuist aangeschafte boek, dat dus nog niet gesigneerd was, hield ik in mijn linkerhand.
In de eerste zin is de bijzin ‘die ons nieuwe huis nog geen van allen hebben gezien’ uitbreidende informatie. Je kúnt deze bijzin ook weglaten, want de belangrijkste boodschap van de zin blijft dan duidelijk. In de tweede zin is de bijzin ‘dat dus nog niet gesigneerd was’ extra informatie over het boek. Ook hier kun je de bijzin weglaten: het blijft duidelijk wat er bedoeld is.
Beperkende bijzin: geen komma
In deze zinnen staat geen komma:
- Mijn collega’s die ons nieuwe huis nog niet hebben gezien, komen vanavond eten. De andere drie waren al naar onze housewarming gekomen.
- Het boek dat nog niet gesigneerd was, hield ik in mijn linkerhand. Het wél gesigneerde boek hield ik stevig vast met mijn rechterhand.
In deze zinnen kun je de bijzin niet weglaten, want dan gaat er belangrijke informatie verloren. In de eerste zin is de bijzin een nadere specificering van het onderwerp ‘mijn collega’s’: niet ál mijn collega’s komen vanavond eten, maar alleen ‘mijn collega’s die ons nieuwe huis nog niet gezien hebben’. Het gaat nu om een beperkende bijzin. Vóór een beperkende bijzin staat geen komma (erachter vaak wel).
Ook in de tweede zin bevat de bijzin ‘dat nog niet gesigneerd was’ belangrijke informatie. Daarom staat er geen komma voor: de bijzin is beperkend.
Je kunt het verschil tussen de uitbreidende en de beperkende bijzin ook horen. De uitbreidende bijzin spreek je - als extra tussenzin - op een iets lagere toon uit, de komma’s zijn als rustpunt in de zin goed te horen. De beperkende bijzin spreek je zonder pauze voor die/dat uit.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!
Voorbeelden van uitbreidende en beperkende bijzinnen
- Het beleidsstuk, dat ik in een dagje schreef, werd goedgekeurd. (Uitbreidende bijzin: dat het stuk in een dagje is geschreven, is extra informatie.)
- Het beleidsstuk dat ik in een dagje schreef, werd goedgekeurd, en het beleidsstuk dat ik drie keer had herschreven, vonden ze ‘niet uitgewerkt genoeg’. (Beperkende bijzinnen; dat ik in een dagje schreef staat tegenover dat ik drie keer had herschreven: deze bijzinnen zijn belangrijk voor een goed begrip van het geheel.)
- Een bericht voor iedereen die nog niet heeft gestemd: stemmen kan nog tot 12.00 uur! (Beperkende bijzin: het gaat júíst om de mensen die nog niet hebben gestemd.)
- Iraniërs die op latere leeftijd naar Nederland zijn gekomen, beheersen het Nederlands opvallend goed. (Beperkende bijzin: de zin zegt iets over Iraniërs die op latere leeftijd naar Nederland zijn gevlucht. Met komma ontstaat een vreemde zin: ‘Iraniërs, die op latere leeftijd naar Nederland zijn gekomen, beheersen het Nederlands opvallend goed.’ De suggestie wordt gewekt dat álle Iraniërs op latere leeftijd naar Nederland zijn gevlucht.)
- Ze zijn verhuisd naar hun nieuwe huis, dat in Badhoevedorp staat. (Uitbreidende bijzin: de locatie is extra informatie bij hun nieuwe huis.)
- Ze zijn verhuisd naar het nieuwe huis dat in Badhoevedorp staat. (Beperkende bijzin: ze hebben meer nieuwe huizen en zijn verhuisd naar dat in Badhoevedorp.)
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!