Wat betekent kielekiele en waar komt deze uitdrukking vandaan?
Het was kielekiele betekent ‘het ging nét goed’, ‘het was nét voldoende’, ‘het was op het nippertje’.
Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) vermeldt bij kielekiele: “Herkomst niet duidelijk. Mogelijk van kiel [van een schip] (...). Vergelijk naar de kiele zijn, te gronde gaan, verloren zijn.” Hoe het was kielekiele vervolgens de betekenis ‘het kwam op het nippertje voor elkaar’ kon krijgen, wordt helaas nergens uitgelegd.
Kielekiele of kielekielekiele is ook een uitroep die je kunt gebruiken als je een ander – meestal een kind – kietelt. Dit kiele is eigenlijk het werkwoord kielen, dat een variant is van kietelen. Het is mogelijk dat kielekiele in Het was kielekiele eigenlijk verwijst naar gekietel. Ook dan blijft onduidelijk hoe de betekenis ‘het ging nét goed’ is ontstaan.
Het was kielekiele is nog niet zo oud. De uitdrukking kwam in 1933 voor het eerst op schrift voor, aldus het Chronologisch Woordenboek van Nicoline van der Sijs.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!