Hoe lang wordt los geschreven als het een lengte of afstand aanduidt (‘van welke lengte’). Als één woord verwijst hoelang naar een tijdsduur (‘van welke tijdsduur, gedurende welke periode’). In de uitdrukking tot hoelang (‘tot wanneer’) is hoelang ook één woord.

In de voorbeelden hieronder gaat het om lengte:

  • Ik weet niet hoe lang mijn broer is.
  • Hoe lang een kind wordt, hangt af van de lengte van de ouders.
  • Hoe lang is dat touw?

In deze zinnen gaat het om tijdsduur:

  • Hoelang woon je hier al?
  • Hoelang duurde het feest?
  • Hoelang blijf je nog?
  • Hoelang is verse vis houdbaar in de vriezer?
  • Weet jij tot hoelang de voorstelling duurt?

Er zijn zinnen denkbaar waarin hoelang en hoe lang allebei juist (kunnen) zijn, afhankelijk van de betekenis:

  • Hoelang is het van hier naar Breda? (nadruk op tijdsduur)
  • Hoe lang is het van hier naar Breda? (nadruk op afstand)

Het aan elkaar schrijven van hoelang is geen nieuwigheid. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal vermeldde in 1904 al de combinatie tot hoelang, met als toelichting: “Bijwoordelijke uitdrukking, gelijkbeteekenend met: Tot wanneer?”

Lange tijd werd hoelang alleen in de combinatie tot hoelang aan elkaar geschreven. Enkele decennia geleden is besloten dat altijd te doen als het om een tijdsduur gaat.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag