napperen
napperen
Citaat
“Erg goed is ook het smakelijke slaatje naar recept van oma Koning, in bolletjes geserveerd, genappeerd met absurd veel mayonaise en overspoten met ketchup, eromheen uitjes, tomaat, augurkjes.”
(Bron: ‘Hoe de beste eierbal in een Groningse cafetaria belandde’ – Hiske Versprille, de Volkskrant, 30 oktober 2020)
Betekenis
bedekken, overgieten met saus
Uitspraak
[nap-pee-ruhn]
Woordfeit
Zoals veel culinaire termen komt ook napperen uit het Frans. Het Franse werkwoord napper betekent ‘dekken’ of ‘bedekken’. Daarbij kan het gaan om een tafel die met een tafelkleed bedekt wordt, maar ook om eten dat met een saus bedekt of overgoten wordt. Je legt dan als het ware een kleedje van saus over je eten.
Napper is afgeleid van nappe, een oud woord voor ‘servet’ of ‘tafelkleed’. Dat is vermoedelijk een verbastering van het Latijnse mappa, dat aanvankelijk ‘doek’ betekende maar in de Middeleeuwen ook ‘servet’ en ‘tafellaken’. Van het Franse nappe is ook het Engelse woord voor ‘servet’ afgeleid: napkin, waarin -kin een verkleiningsachtervoegsel is. In het Frans is de betekenis ‘servet’ inmiddels verouderd.
Een stoffen lap die in grootte tussen het tafellaken en het servet in zit, wordt ook wel een napperon genoemd. Het kan een soort stoffen placemat zijn, een dekservet, maar ook een sierkleedje, bijvoorbeeld voor onder een plantenpot.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!