ijzerenheinig
ijzerenheinig
Citaat
“Ze was trots, hè. Dat zag je ook bij het interview met die Castricum van GeenStijl. Op allerlei vervelende, zuigende vragen bleef ze ijzerenheinig zwijgen (...), maar ze had veel beter een laconieke opmerking kunnen maken.”
(Bron: Onno Bosma over het verlies van zijn vrouw, Ella Vogelaar: ‘Demonen kun je niet echt afschudden, hooguit dresseren’ – Frénk van der Linden en Pieter Webeling, de Volkskrant, 3 februari 2020)
Betekenis
onverstoorbaar
Uitspraak
[ij-zuh-ruh(n)-hei-nuhg]
Woordfeit
IJzerenheinig is het typerende gedrag van een ijzeren hein: iemand die gewoon zijn eigen gang gaat en stug doorgaat, zonder zich veel van anderen aan te trekken. Er is geen historische Hein of Hendrik (waar Hein een verkorting van is) bekend die zijn naam aan de uitdrukking heeft gegeven. Misschien is het wel vooral Hein omdat dat zo fijn ‘binnenrijmt’ op ijzeren. IJzeren hein komt sinds de negentiende eeuw in het Nederlands voor, het eerst in legerkringen. Bij ijzer mogen we dus gerust aan hardheid of gehardheid denken of aan iemand met discipline.
Hein is een naam die ook in andere uitdrukkingen voorkomt. Zo kennen we de dood ook wel als Magere Hein. Maar Hein komt niet zo vaak in uitdrukkingen voor als Piet (malle pietje, pietje precies) en natuurlijk Jan. Jan spant de kroon: de grote jan uithangen, een jan salie, jan lul, jan doedel, dat is een hele jan, enz.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!