fêteren
feestelijk onthalen, trakteren
Citaat
“Aan de ene kant heb je het fenomeen dat iedereen op tv elkaar fêteert, aan de andere kant is er een soort belachelijk meningencircus aan de gang. Iedere dag worden er mensen gecanceld door andere mensen, op een heel felle manier.”
(Bron: ‘Marcel van Roosmalen: van drankzuchtige sloddervos tot media-vedette’ – Tim Coenen, Panorama, 29 mei 2022)
Betekenis
feestelijk onthalen, trakteren
Uitspraak
fè-tee-ruhnWoordfeit
Wie ooit wat Frans heeft geleerd, herkent in fêteren waarschijnlijk wel het Franse woord voor ‘feest’: fête. Fêteren komt van het Franse werkwoord fêter. Het is in de negentiende vanuit het Frans in het Nederlands terechtgekomen. Fêteren is niet zozeer het feesten of feestvieren zelf, als wel ‘feestelijk onthalen’.
In ouder Nederlands (vanaf de dertiende eeuw) kwam al wel de vorm festeren voor. Ook die kwam uit het Frans, waar ze destijds fester gebruikten. Feste en fester zijn dus voorlopers van de huidige vormen fête en fêter. Het dakje op de ê verwijst in feite nog naar de s die ooit in het woord zat.
Zowel het Franse fête als feste als het Nederlandse feest is ontleend aan het Latijnse festa. Ook dat was een ‘feest’.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!