degressiviteit
degressiviteit (de)
Citaat
“Het is mogelijk dat andere maatregelen met (vermoedelijk) gunstige effecten – zoals de flexibilisering van onze arbeidsmarkt en de verhoging van de degressiviteit in de werkloosheidsuitkeringen – minder gunstig zouden uitvallen zonder een flankerende taxshift.”
(Bron: Taxshift verdient beter dan boekhoudkundige evaluatie – Stijn Baert, De Tijd, 12 september 2018)
Betekenis
het onderhevig zijn aan (relatieve) geleidelijke daling
Uitspraak
[dee-gres-sie-vie-teit]
Woordfeit
Degressiviteit is afgeleid van degressief: ‘dalend naarmate iets anders hoger, groter of langer wordt’. Zo zijn degressieve tarieven tarieven die verhoudingsgewijs lager worden naarmate datgene waarvoor betaald moet worden omvangrijker wordt: bijvoorbeeld 15 euro voor 30 minuten in de sportschool en 25 euro voor een uur.
Degressief hoort bij het zelfstandig naamwoord degressie ‘trapsgewijze afdaling’, dat is ontleend aan het Latijnse degressio ‘afdaling’. Dat is een afleiding van het werkwoord degredi (voltooid deelwoord degressum), waarin de- ‘omlaag’ betekent en gredi ‘gaan’.
Andere woorden die met dat Latijnse werkwoord gredi samenhangen, zijn (onder meer) agressie/agressief/agressiviteit en progressie/progressief/progressiviteit: die komen respectievelijk van aggredi ‘gaan naar, afgaan op, aanvallen’ (ag- is ontstaan uit ad ‘naar’) en progredi ‘vooruitgaan’ (pro- betekent ‘voor, vooruit’).
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!