credo
credo (het)
Citaat
“Aanvankelijk was het credo van De Jonge ‘prikken wat de pot schaft’. Dat blijft volgens hem de koers, maar voor een bepaalde groep komt er nu toch een andere optie. ‘Vaccinatie is vrijwillig. Mensen mógen een andere keuze maken.’”
(Bron: ‘Weigeraars’ AstraZeneca krijgen alsnog vaccin Pfizer of Moderna – Niels Klaassen, Het Parool, 1 juni 2021)
Betekenis
(geloofs)belijdenis; overtuiging; motto
Uitspraak
[kree-doo]
Woordfeit
Credo is de eerste persoon enkelvoud van het Latijnse werkwoord credere, dat ‘geloven, vertrouwen’ betekent. Het betekent dus ‘ik geloof’. Credo is het eerste woord van de eeuwenoude (Latijnse) christelijke geloofsbelijdenis, waarmee christenen verkondigen wat de kern is van wat zij geloven.
Gaandeweg werd dat eerste woord ook de aanduiding voor de belijdenis zelf (en voor het deel van de mis en muziekstukken met die tekst). Vervolgens verschoof de betekenis van ‘belijdenis van iemands geloof’ naar ‘belijdenis van iemands diepste overtuiging’, en inmiddels is de betekenis afgezwakt tot ‘stellige overtuiging’ of ‘motto, devies’.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!