commensaal
commensaal (de)
Citaat
“Wel kocht ik voor het eerst biologisch geteelde bananen. Gewoonlijk maal ik daar niet om, maar ik was gewaarschuwd dat gewone bananenschillen vol gif zitten. Ik kocht biologische teelt – niet voor mij, maar omdat ik gezonde schillen aan mijn commensalen wilde geven.” (Bron: Ik zit opeens tien keer per dag stilletjes op mijn knieën voor de wormenbak – Karin Spaink, Het Parool, 1 juni 2021)
Betekenis
kostganger
Uitspraak
[kom-men-saal]
Woordfeit
Commensaal is een verouderd woord voor een verschijnsel dat ook nogal in onbruik is geraakt. Een commensaal of ‘kostganger’ is iemand die tegen betaling bij anderen inwoont en daar ook te eten (‘de kost’) krijgt. Er zijn ongetwijfeld mensen die het woord kennen uit het lied ‘Het trapportaal’ van Drs. P, waarin hij over een commensaal met vreemde gewoonten zingt.
Oorspronkelijk betekent commensaal ‘tafelgenoot’. Mensa is Latijn voor ‘tafel’ en com- betekent ‘samen’: het Latijnse commensalis is dus ‘iemand die aan dezelfde tafel eet’. In de vijftiende eeuw kwam het woord in het Nederlands terecht.
Een verwant begrip is commensalisme. Dat is het verschijnsel dat twee organismen in de natuur samenleven, waarbij de ene soort van (de aanwezigheid van) de andere profiteert zonder dat die daar last van heeft.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!