averij
averij
Citaat
“Topman Sven Sauvé gaf begin deze maand aan dat RTL Nederland tijdens de coronacrisis ‘gigantische klappen’ heeft gehad. (...) ‘Wat we nu aan averij oplopen zal enige tijd duren, voor het opgelost is. Er is geen reden tot een reorganisatie.’”
(Bron: ‘Mediabedrijven zien moeilijk, maar geen gitzwart toekomstbeeld in coronatijd’ – Trudy Brandenburg-van de Ven, VillaMedia, 17 juli 2020)
Betekenis
schade
Uitspraak
[a-vuh-rij]
Woordfeit
Averij is ontleend aan het Italiaanse avaria. Daaraan ligt een Arabisch woord ten grondslag: ʿawariya, een afleiding van ʿawar, dat ‘beschadiging, gebrek’ betekent. Bij avaria en averij gaat het specifiek om de schade aan een schip of aan de scheepslading gedurende de reis. Daarnaast kan het gaan om ‘schade’ in de zin van ‘onkosten die met het scheepsvervoer gepaard gaan’. In de loop van de tijd werd de betekenis verruimd tot andere contexten dan die van de scheepvaart en ging averij oplopen ook in het algemeen ‘schade oplopen’ betekenen, bijvoorbeeld reputatieschade, of lichamelijke schade, oftewel ‘gewond raken’.
Van oudsher wordt averij vrijwel altijd gecombineerd met oplopen. Tegenwoordig zie je dat averij zich steeds meer begint los te zingen van oplopen en op zichzelf wordt gebruikt als synoniem van schade. Met name in de sportjournalistiek lijkt dat het geval: zonder (veel) averij betekent dan ‘zonder (veel) schade’, en met averij ‘met schade’, bijvoorbeeld met (onverwacht) puntenverlies.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!