Wat betekent ‘Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten’ en waar komt dit spreekwoord vandaan?
‘Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten’ drukt uit dat je oordeel over iemand vooral afhangt van hoe je zelf in elkaar zit. Het spreekwoord wordt altijd negatief gebruikt: ‘als jijzelf niet te vertrouwen bent, ben je geneigd anderen ook niet te vertrouwen’. Je negatieve oordeel zegt dus eigenlijk meer over jezelf dan over de ander.
De waard waarnaar dit spreekwoord verwijst, is een ander woord voor een herbergier: de eigenaar van een herberg, het hotel van vroeger. Een waard die er altijd van uitging dat zijn gasten niet deugden, was waarschijnlijk zélf iemand die geneigd was slechte dingen te doen.
Waarom nu juist de waard en zijn gasten in dit spreekwoord zijn terechtgekomen, en niet bijvoorbeeld de kleermaker en zijn klanten of de veehandelaar en zijn kopers, is helaas niet duidelijk. Misschien stonden waarden in lager aanzien, maar daar hebben we geen bewijs voor gevonden. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal vermeldt wel de uitdrukking ‘Geen weerd of hij scheert’, waarmee bedoeld wordt: ‘elke herbergier bedriegt zijn gasten’. Dat hoeft op zichzelf echter niet zo veel te zeggen, want er zijn wel meer beroepen die in een bepaalde verbinding of context negatief naar voren komen. Zo kan het beroep ‘kruidenier’ de bijklank ‘bekrompen iemand’ hebben, en ‘boer’ de bijklank ‘lomp’.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!