Waar komt de uitdrukking voor de mast zitten vandaan en wat wordt ermee bedoeld?
Wie voor de mast zit, heeft te veel eten op z'n bord geschept of te veel opgeschept gekregen. Deze uitdrukking wordt namelijk gebruikt om aan te geven dat je je bord niet leeg krijgt.
Waar voor de mast zitten vandaan komt, is niet helemaal zeker. De meeste naslagwerken houden het erop dat voor de mast een verbastering is van vermast. Volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) betekende dit 'door iets overweldigd', 'overladen', 'machteloos', 'vermoeid'. Vermast was vroeger een tamelijk gewoon woord, maar het is nu niet meer algemeen in gebruik. Van Dale vermeldt het overigens nog wel, in de betekenis 'afgemat, uitgeput'. Het is vermoedelijk afgeleid van vermassen ('iets niet aankunnen, machteloos zijn'), maar wellicht is vermasten ('te veel voer geven') ook van invloed geweest. Volgens het WNT zijn de werkwoorden vermassen en vermasten op een zeker moment "in elkaars vaarwater (...) gekomen" en vermengd.
Het van vermassen en/of vermasten afgeleide vermast is dus – toen het niet meer werd herkend – mogelijk verminkt tot voor de mast in de uitdrukking voor de mast zitten. Misschien associeerde men het voedsel op een bord, dat een enorme berg lijkt als je echt geen trek meer hebt, met de hoogte van een mast.
Er worden weleens andere verklaringen geopperd. Bijvoorbeeld: mast betekent eigenlijk varkensvoer, of: de uitdrukking met de zeilen tegen de mast liggen ('hulpeloos zijn', 'niet weten hoe je verder moet komen') is van invloed geweest. Deze worden echter als minder plausibel beschouwd.
In plaats van voor de mast zitten wordt ook weleens voor de brug zitten gebruikt. Deze variant lijkt een stuk jonger te zijn. Misschien deed de 'berg' voedsel die nog op het bord lag en waar men eigenlijk geen zin meer in had, denken aan de helling van een brug.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!