Waar komt de uitdrukking opgeld doen vandaan?
Opgeld doen wil zeggen dat iets populair en/of in de mode is. Bijvoorbeeld: ‘Wat vandaag opgeld doet, kan morgen weer vergeten zijn.’ Het wordt meestal gebruikt in formuleringen als ‘een idee dat vooral de laatste tijd opgeld doet’ en ‘een term die opgeld doet’, waarmee bedoeld is dat je iets steeds vaker hoort en/of ziet.
De uitdrukking opgeld doen gaat terug op de geldhandel. Het opgeld was volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal het geld dat betaald werd boven de nominale waarde van munten en aandelen. F.A. Stoett omschrijft opgeld als het geld dat men bij het wisselen van een betere muntsoort tegen een zwakkere muntsoort ontvangt boven de gewone waarde.
Opgeld doen betekende eerst letterlijk 'meer waard zijn (dan het 'gewone' bedrag)' en ontwikkelde zich van daaruit tot een algemene uitdrukking om aan te geven dat iets in trek is, populair is, steeds meer gehoord en/of gezien wordt. Een vergelijkbare uitdrukking is opgang maken ('succes hebben, in de mode raken'). Opgang betekent hier 'toename in bekendheid en/of aanzien'.
Een andere term met dezelfde betekenis als opgeld is agio. Van Dale (2005) omschrijft het agio als 'een gunstig koersverschil ten opzichte van de nominale waarde van geld en aandelen'.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!