Wat betekent op je dooie akkertje en waar komt deze uitdrukking vandaan?
Als je iets op je dooie akkertje doet, doe je het kalm aan en laat je je niet haasten.
De precieze herkomst van deze uitdrukking is helaas onduidelijk. Het is mogelijk dat dooie hier alleen een versterking is, zoals ook het geval is in doodmager en doodsbleek. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) noemt op zijn dooie akkertje niet, maar op zijn dooie gemak wel. Daarbij staat: “Eenigszins op zichzelf staat het gebruik [van dood] in op zijn enz. doode (uitgesproken ‘dooie’) gemak, waarin dood weinig meer is dan eene versterking van gemak.”
In De Jordaan (1914), een boek van de schrijver Israël Querido, komt de uitdrukking op zijn akker zijn voor, met de betekenis ‘in gelukkige omstandigheden verkeren’. Het is mogelijk dat op zijn akker in de loop van de twintigste eeuw de betekenis ‘ontspannen, op je gemak’ kreeg. Daaraan werd dan later het versterkende dooie toegevoegd.
Op zijn akker(tje) is dan mogelijk vergelijkbaar met een uitdrukking als in je knollentuin zijn (‘in je schik zijn’, ‘het naar je zin hebben’). Dit werd oorspronkelijk van een haas gezegd die zich tegoed doet aan lof van knollen – denk aan het liedje In een groen, groen, groen, groen knollen-knollenland / daar zaten twee haasjes heel parmant. Er zijn nog meer varianten met dezelfde betekenis, zoals in je tuin zijn, in je koeweide zijn, in je hof zijn. Allemaal betekenen ze ‘het naar je zin hebben’.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!