Wat betekent op rozen zitten en waar komt deze uitdrukking vandaan?
Wie op rozen zit, heeft het goed voor elkaar: hij of zij zit in een gunstige of aangename positie.
Deze uitdrukking herinnert aan het feit dat het in de Oudheid en de Middeleeuwen als een grote luxe werd gezien als er een laag rozenblaadjes op de vloer lag. Ook sliepen rijken soms op een bed van rozenblaadjes – wat ongetwijfeld comfortabeler was dan op bedden van stro. De Egyptische koningin Cleopatra zou bij een banket de vloer een meter hoog met rozen hebben laten bedekken.
Op rozen gaan (of treden of wandelen) betekende ‘een aangenaam leven leiden’, ‘onbezorgd en gelukkig zijn’. Op rozen zitten is jonger: deze variant komt voor het eerst voor in de tiende druk van Van Dale uit 1976.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!