Open menu Onze Taal logo

Hoofdmenu

  • Taalloket
  • Tijdschrift
  • Educatie
  • Schatkamer
  • Winkel
  • Trainingen
  • Over ons
  • Zoeken
  • Inloggen
  • Lid worden
  • Doneren
  • Taalloket
  • Tijdschrift
  • Educatie
  • Schatkamer
  • Winkel
  • Over Onze Taal
  • Inloggen
  • Lid worden
  • Doneren
  1. Home
  2. Schatkamer
  3. Lezen
  4. Uitdrukkingen en spreekwoorden
  5. Om de haverklap

Wat betekent om de haverklap en waar komt deze uitdrukking vandaan?

Om de haverklap betekent ‘telkens weer, elk ogenblik’. Het heeft vaak een negatieve bijklank: iets gebeurt zó vaak dat het vervelend wordt. Een oudere vorm van deze uitdrukking is om een haverklap.

Volgens het Etymologisch woordenboek van het Nederlands (EWN) is om een haverklap een verbastering van de Friese uitdrukking om in aveklap (in = ‘een’). Dat woord aveklap sloeg op het luiden (klappen) van de zogenoemde avemariaklok, die kortweg ave werd genoemd. Het Latijnse woord ave betekende ‘heil’, ‘gebed’ en ook ‘klokgelui dat oproept tot gebed’. De avemariaklok was de klok die opriep tot het bidden van het Ave Maria of angelus. Dat gebeurde driemaal per dag: om zes uur ’s ochtends, om twaalf uur ’s middags en om zes uur ’s avonds. Om een aveklap verwees dus eigenlijk naar alle keren dat de ave(maria)klok klepperde. Toen het eerste lid ave in aveklap niet meer herkend werd, kon het gemakkelijk vervormd worden tot het wél bekende haver. Waarschijnlijk heeft het bestaan van de uitdrukking twisten om een haverstro (‘om niets ruzie krijgen, telkens ruzie krijgen’) hieraan meegewerkt.

Oudere spreekwoordenboeken vermoedden dat klap in haverklap een verkorting is van klapvlies, dat ‘zaadhulsel’ betekende, en vandaar als ‘kleinigheid’ kon worden opgevat. Om een haverklap zou dan ‘om iets heel kleins, om niks’ hebben betekend, en vervolgens ‘ieder ogenblik, telkens’.

Er zijn nog meer verklaringen voor om de haverklap in omloop. Sommigen denken aan een verband met het dorsen. Dan zou om de haverklap eigenlijk betrekking hebben op elke tweede klap tijdens het dorsen van het graan met de dorsvlegel. Anderen zien een verband met de haverklep/haverklap. Dat zou een leren mondbak met voer zijn die om de hals van een paard werd gehangen. Een koetsier hing deze mondbak op min of meer vaste tijden bij zijn paard om, en vandaar kreeg om de haverklep/haverklap de betekenis ‘telkens’. Tegen deze laatste verklaring pleit in elk geval dat haverklep/haverklap in de betekenis ‘mondbak’ niet één keer voorkomt in het 29-delige Woordenboek der Nederlandsche Taal.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Meer weten?
Close doneren block

Fijn dat je Onze Taal steunt

Zo kunnen we taalnieuws, taaltips en taaladvies blijven verspreiden.
Bedankt!

Bedrag

€ 5 € 7,50 € 10
€
logo
  • Genootschap Onze Taal
  • Paleisstraat 9
  • 2514 JA Den Haag
  • Taalvragen
  • 085 00 28 428 (werkdagen 9.30-12.30 en 13.30-16.00 uur)
  • taaladvies@onzetaal.nl
  • Ledenservice
  • 070 356 12 20 (dinsdag en donderdag 9.30-12.00 uur)
  • info@onzetaal.nl

Blijf op de hoogte!

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief Taalpost.

  • Privacybeleid
  • Algemene voorwaarden
  • Cookies
  • Contact